Nadat vanaf 1522 in verschillende landen beeldenstormen hadden plaatsgevonden, sloeg in 1566 ook in Nederland de vlam in de pan. De populaire gedachte dat grote menigten de beelden van vrijwel iedere kerk kapot sloegen, is echter niet juist. Lang niet overal werd gebeeldenstormd en met name in de noordelijke Nederlanden was de schade vaak gering. Het verdwijnen van de katholieke kerkinterieurs was een langdurig proces. Vreemd genoeg is er weinig onderzoek gedaan naar de wijze waarop in deze periode met de beelden en andere katholieke voorwerpen werd omgesprongen. Dit boek biedt een overzicht van wat de beeldenstormers bezielde, hoe ze te werk gingen en welke objecten specifiek wrevel opriepen en waarom. Daarnaast wordt onderzocht wat er nu eigenlijk uit de kerken verdween tijdens de beeldenstormen en de periode van Reformatie die daarop volgde, wat er bewaard bleef en welke keuzes daaraan ten grondslag lagen.
'[...] de auteur [schetst] ons in kort bestek een informatief beeld [...] van een voor de trouwe katholieken toentertijd ongetwijfeld bijzonder traumatische episode uit onze vaderlandse geschiedenis.' Jan Jacobs in: Tijdschrift voor Nederlandse Kerkgeschiedenis 22 (2019) 4
'De Leidse kunsthistorica Elizabeth den Hartog schreef een informatief, evenwichtig en fraai geïllustreerd boek over de Nederlandse Beeldenstorm in de zestiende eeuw. [...] Kortom, een genuanceerde visie op een gebeurtenis die in de confessionele geschiedschrijving van katholieken en protestanten vaak overdreven gedramatiseerd is, ofwel als heiligschennis ofwel als heldendaad. Het boek is voorzien van talrijke illustraties, literatuurverwijzingen en een register. Hierover bestaat geen vergelijkbaar recent boek.' Prof. dr. P.J.A. Nissen via: NBD Biblion, 26 juni 2019
'Een spoor van vernieling is een uitermate goed leesbaar en interessant boek over de Beeldenstorm en de effecten hiervan op de kerken van Noord-Nederland. Den Hartog weet heel goed uiteen te zetten wat de redenen en gevolgen zijn. Zoals gezegd, maakt ze daarbij met name gebruik van de overgebleven werken. Een extra plezierige bijkomstigheid voor de lezer is dat de tekst rijkelijk geïllustreerd is met prachtige foto’s van dit soort overgebleven werken.' Tessa Nagel via: historischhuis.nl, mei 2019
'Dit verrassende boek biedt een overzicht van wat de beeldenstormers bezielde, hoe ze te werk gingen, welke objecten wrevel opriepen en waarom. Sommige daders handelden uit geloofsovertuiging, anderen waren primair relschoppers - een soort 16de eeuwse "hooligans". Daarnaast beschrijft Den Hartog wat uit de kerken verdween tijdens de Beeldenstormen en de Reformatie die daarop volgde en wat bewaard bleef (vaak eeuwenlang goed verstopt of zelfs begraven).' Roland Enthoven in: Op Tocht 30 (2019) 5, p. 18
'Het is geen oersaaie tekst, wel een vlot geschreven en wetenschappelijk verantwoorde publicatie, boeiend om te lezen.' Jean Luc Meulemeester via: kunsttijdschriftvlaanderen.be, 27 maart 2019
'Ik sprak over een schitterend boekje. De auteur heeft kans gezien een enorme hoeveelheid gegevens over wat de Beeldenstorm voor het katholieke kerkinterieur betekend heeft, in een handzaam boekje samen te vatten. Zo geeft de publicatie een compleet overzicht van wat er na 1566 op dat terrein gebeurd is, zonder dat men bij het lezen in de details verdrinkt. Hoe klein de uitgave ook is, ik aarzel niet om het een standaardwerk te noemen. Een compliment aan mevrouw Den Hartog. Trouwens ook aan de uitgeverij. Zoals we dat van Verloren gewend zijn: het boekje, dat van vele afbeeldingen is voorzien, is prachtig uitgevoerd.' Dr. Jan Dirk Wassenaar in: Kerkbeheer, maart 2019
'De gedachte heerst dat tijdens de Beeldenstorm van 1566 grote menigten de beelden van vrijwel iedere kerk kapotsloegen. De werkelijkheid was anders. In veel kerken was de schade gering. Kunsthistorica Elizabeth den Hartog beschrijft in dit boek wat de beeldenstormers bezielde, hoe ze te werk gingen en welke objecten specifiek wrevel opriepen. Ze laat zien wat er tijdens de Beeldenstorm en de Reformatie uit de kerken verdween en wat er bewaard bleef.' In: Reformatorisch Dagblad, 15 maart 2019, p. 14.
Ook gesignaleerd in: Analecta Bollandiana 138 (2020), p. 231-232