De kunstschilder Pieter Isaacsz werd in 1569 te Helsingør in Denemarken uit Nederlandse ouders geboren. Na een leerperiode in Italië en Duitsland vestigde hij zich in Amsterdam, waar hij opdrachten uitvoerde voor rijke kooplieden en bestuurders. Hij had in deze beginperiode intensieve contacten met vele Zuid-Nederlandse kunstenaars die in Amsterdam woonden. Vanaf 1607 werkte Isaacsz voor koning Christiaan IV van Denemarken, die hem enkele jaren later tot hofschilder benoemde. Via Isaacsz werden onder meer grote aantallen Nederlandse kunstwerken ingevoerd. In 1617 werd hij door de Staten-Generaal benoemd tot commissaris bij Sonttol in Helsingør. Aan het einde van zijn leven kreeg Isaacsz van Christiaan IV twee zeer belangrijke opdrachten: de decoratie-programma's voor de grote zaal op het lustslot Rosenberg in Kopenhagen en het oratorium van de koning op kasteel Frederiksborg. Aan dit oratorium leverden enkele bekende 'pre-Rembrandtisten' een bijdrage. Isaacsz stierf in 1625. Met behulp van bekend en onbekend (archief)materiaal uit zowel Denemarken als Nederland wordt in dit boek over Pieter Isaacsz voor het eerst een reconstructie gegeven van leven, oeuvre én verzameling van deze kunstenaar. De auteurs rekenen daarbij af met enkele hardnekkige mythen rond Isaacsz.