Het Deense stadje Helsingør, waar de befaamde Sonttol was gevestigd, trok vanaf het midden van de zestiende eeuw buitenlandse kooplieden, handwerkslieden en zeevarenden van vele nationaliteiten aan, waardoor de oorspronkelijke samenleving in snel tempo veranderde. Naast Schotten, Engelsen en Duitsers namen Nederlanders onder deze immigranten een zeer belangrijke plaats in. De Deense historicus Allan Tønnesen schreef in 1985 een boek over deze buitenlanders in Helsingør, waarvan dit deel in de Zeven Provinciën Reeks een door hem verzorgde bewerking is. Op basis van vele archivalia schetst Tønnesen een boeiend beeld van een internationale gemeenschap in wording. Aan de orde komen onder meer het verzet van de bestaande gilden tegen de komst van buitenlandse handwerkslieden en wantrouwen en weerzin van de Deense bevolking tegen de onbekende zeden en gewoonten van de vreemdelingen. Interessant is te zien hoe de Nederlanders zich in rap tempo een plaats wisten te veroveren in dit 'Kleine Amsterdam'. Terwijl ze hun eigen identiteit trachtten te bewaren, droegen zij bij aan welvaart, kunst en cultuur van Denemarken.
'(...) an interesting and unknown, but relevant part of Dutch history is now accessible for the Dutch non-Danish reader. This book is also relevant in the actual discussion in the Netherlands on immigrants, the multicultural society and the need to integrate newcomers. Interestingly, this discussion barely differs from sixteenth-century Denmark, except that then, the Dutch were the foreigners who deviated with their culture and religion, and who systematically evaded the local guild regulations, which in the end profoundly affected the local community.' Victor Enthoven in: International Journal of Maritime History (Volume XV, no. 2).