Tussen 1750 en 1850 veranderde de journalistiek in Nederland. De Nederlandsche Jaarboeken vernieuwden het politieke medialandschap. In maandelijkse afleveringen publiceerden zij een overzicht van politiek en maatschappij, drukten zowel officiële documenten als lokale ooggetuigenverslagen af en maakten gebruik van een netwerk van correspondenten. Naast nieuws over heel het land gaven zij commentaar. Daarin toonden zij zich kritisch en verlicht waar het wetenschap en samenleving betrof en waren zij voorstander van een objectiverende journalistiek. Zij verzetten zich principieel tegen de politisering van de pers in de Patriottentijd. In de Bataafse Republiek ondermijnden de toegenomen openbaarheid en de concurrentie van andere politieke periodieken hun positie. Na 1813 voorzag het dagblad in politiek nieuws, commentaar en discussie. De in dit boek beschreven geschiedenis van opkomst en ondergang van de Nederlandsche Jaarboeken laat dus ook de geboorte zien van de politieke pers in de negentiende eeuw.
'Tot ongeveer 1750 werd alle politiek bedreven door de regenten. De rijkere burgers vonden dat prima, mits zij in de besluitvorming werden betrokken. Dit gebeurde echter niet altijd en dat zorgde dan wel eens voor conflicten. Tussen 1750 en 1850 veranderde dat. Er waren veel revolutionaire vernieuwingen en er ontstond een "communicatiegemeenschap". Genootschappen en tijdschriften werden daarmee een spreekbuis voor de nieuwe verlichte ideeën. [...] Dit boek geeft op een prettig leesbare wijze een mooi beeld van de verhouding tussen de pers en de politiek van 1747 tot 1822. De Jaarboeken als uitgangspunt te nemen voor deze verhoudingen bleek een interessant idee, dat in dit boek heel goed is uitgewerkt.' Tessa Nagel op www.historischhuis.nl, augustus 2017
'De (Nieuwe) Nederlandsche Jaarboeken vormen een nauwelijks bekende, weinig bestudeerde, journalistieke bron uit de 18de en vroeg 19de eeuw. In een uitgebreide maandelijkse aflevering werd hierin het binnenlandse nieuws uit het hele land gepresenteerd, vaak samen met "egte" stukken, zoals overheids-documentatie. In weer zo'n fijn bijna-vierkant boekje in de Zeven Provinciën Reeks stelt historicus Donald Haks deze Jaarboeken centraal. Zij zijn tot nog toe vaak afgedaan als neutraal en (te) bedaard, maar Haks laat zien hoe gematigdheid op zich een politieke stellingname was. [...] Haks' schrijfstijl is soms wat stroef, zeker in het begin, maar het geheel is toch een zeer leesbaar boekje met mooie illustraties, veelal uit de Jaarboeken zelf. [...] Hij geeft niet alleen een analyse van de Nederlandsche Jaarboeken, maar plaatst ze ook in grotere thema's, zoals natievorming en de relatie tussen pers en politiek. Zo ontstaat en passant een helder en soms nieuw beeld van de Nederlandse politieke geschiedenis 1750-1850.' Djoeke van Netten in: Geschiedenis Magazine 52 (2017) 7, 77
'Op het eerste gezicht lijken ze taaie kost: de Nederlandsche Jaarboeken, die vanaf 1747 verschenen. Voor ontwikkelde burgers was het lezen van de dikke 'nieuwsboeken' echter een manier om greep te krijgen op de eigentijdse 18de-eeuwse politieke en maatschappelijke ontwikkelingen.' Maarten Hell in: Ons Amsterdam (juni 2017) p. 48.
Verder gesignaleerd in: NBD/Biblion, 7-6-2017.