In de Europese schilderkunst van de zestiende eeuw doet zich een nieuw fenomeen voor: het groepsportret, dat wil zeggen de afbeelding van een aantal herkenbare personen die door zich gezamenlijk te laten portretteren, een onderlinge band te kennen geven. In de voorgaande eeuw waren er ook groepen die zich lieten afbeelden, families, gilden, broederschappen, maar deze afbeeldingen vormden een ondergeschikt deel van een religieuze voorstelling of, wat vaker voorkwam, waren daaraan toegevoegd aan de onder- of zijkant. In Een beeld van het gezin staan de - vrijwel - autonome voorstellingen van ouders met hun kind(eren) centraal. Victoria Greep heeft alle nog bestaande gezinsportretten uit de Nederlanden geïnventariseerd en bestudeerd om antwoord te vinden op de volgende vragen: waarom werd afgeweken van de traditionele gezinsafbeelding als onderdeel of aanhangsel van een devotionele voorstelling, waartoe diende het zelfstandige gezinsportret en, zo er sprake is van een meer dan oppervlakkige beeldtaal, welke diepere betekenis mag eraan toegekend worden? In haar zoektocht naar functie en betekenis van het gezinsportret heeft Greep ook gekeken naar voorstellingen van ouders met kinderen uit Midden- en Zuid-Europa en Engeland en naar een andere subcategorie van het groepsportret, de schuttersstukken. De schuttersstukken zijn door hun semi-openbare bestemming namelijk beter bewaard gebleven en gedocumenteerd.
'In weinig woorden geeft de auteur telkens fascinerende analyses. De werken zijn afgebeeld (inclusief het vreselijk verwaarloosde paneel met een onbekend gezin uit het Haarlemse Hofje van Noblet) met toevoegingen die het betoog ondersteunen. Het is, kortom, een zeer geslaagd deel in de Zeven Provinciën Reeks.' R. Dekker in: Tijdschrift voor Sociale Geschiedenis 97/3.