Aan de hand van brieven, gedichten en egodocumenten van Constantijn Huygens (1596-1687) gaat Inge Broekman systematisch na welke rol de schilderkunst heeft gespeeld in diens leven. Deze ambitieuze homo universalis, gevormd door zijn opvoeding en voortgedreven door passie, bezat een schat aan kennis van zowel de schilderpraktijk als van de theorieën over schilderkunst. Zijn kennis dankte hij mede aan zijn contacten met schilders, zoals bijvoorbeeld Daniël Seghers (1590-1661). Huygens' positie aan het hof van Oranje, de aanzienlijke invloed die hij daar op het artistieke beleid uitoefende en zijn optreden als mecenas voor schilders heeft hem verschillende artistieke relatiegeschenken opgeleverd. Dit 23e deel van de ZEVEN PROVINCIËN REEKS geeft een uniek overzicht van schilders die voorkomen in Huygens' oeuvre. Tevens wordt aandacht geschonken aan de nalatenschap van diens achterkleindochter, Susanna Louise Huygens (1714-1785).
'Iets van de geest van Huygens' veelzijdigheid op het gebied van de schilderkunst wordt hier goed zichtbaar. (...) Wie het boekje leest, zal beginnen te houden van hem en zijn geest.' Kees Fens in: de Volkskrant 12-5-2006, p. 28
'Daarentegen getuigt de opzet van het boek van gedegen kennis en onderzoek van diverse bronnen. In haar onderzoek naar de rol van de schilderkunst in Huygens' leven belicht Broekman drie invalshoeken: zijn privéleven, zijn sociale netwerk en tenslotte zijn zakelijke bestaan. Het bronnenmateriaal wordt uitgebreid besproken.' Liesbeth Brama in: Holland 39 (2007) 1
Verder gesignaleerd in: Archievenblad 110 (2006) 5, p. 29; NBD Biblion 9-6-2006; Nederlands Dagblad 23-6-2006; NRC Handelsblad 4-8-2006, GezinsGids 59 (2006) 5, p. 55; Recensiebank historischhuis.nl, augustus 2006; Geschiedenis Magazine (2006) 5, p. 56; Genealogie 12 (2006) 4, p. 148-149; De zeventiende eeuw 22 (2006) 2, p. 358.