De naam Robert Hennebo wordt vandaag de dag nog slechts geassocieerd met sterke drank. Dit dankt de dichter aan zijn bekendste werk, Lof der jenever, dat nog steeds wordt herdrukt. Behalve schrijver van dit humoristische lofdicht is Hennebo echter ook soldaat geweest, kroegbaas, acteur aan de Amsterdamse schouwburg, speculant in de windhandel van 1720, zwerver, vertaler en makelaar. Zijn belevenissen bieden genoeg stof voor een vermakelijke schelmenroman. Gerard Schelvis en Kees van der Vloed beschrijven het veelbewogen leven van deze levende legende uit de achttiende eeuw. Zij behandelen eerst Hennebo's afkomst en jeugd, volgen hem in zijn verschillende carrières en besteden aandacht aan zijn humor. Daarna komen zijn dichterschap en zijn oeuvre uitgebreid aan de orde, met name zijn bruiloftgedichten. Jenever en wind sluit af met een overzicht van de vele uitgaven van Hennebo's werken.
'Al met al levert het een aangenaam leesbaar boekje op, dat een levendig beeld geeft van de tijd waarin Hennebo leefde.' In: Nederlands Dagblad 17-07-2009, p. 8
'De auteurs hebben de activiteiten van Robert Hennebo tot op de bodem uitgezocht en alles wat hij deed en beleefde zo in de context van de tijd gezet, dat de lezer moeiteloos wordt meegevoerd door een leven dat zonder eigentijdse context nauwelijks te begrijpen zou zijn.' Henk Slechte in een uitgebreide bespreking in: Musis 15 (2009) 1, tevens verschenen in De Boekenwereld 25 (2009) 3
'Hennebo's avontuurlijke leven is nu opnieuw beschreven in een boekje, inclusief bibliografie van zijn wisselvallige gelegenheidsgedichten en andere publicaties.' Maarten Hell in: Ons Amsterdam 61 (2009) 3
'Van toegevoegde waarde is, dat in deze hoofdstukjes niet alleen het leven van Hennebo wordt beschreven, maar ook het leven aan het begin van de achttiende eeuw in Holland. [...] Plezierig om te lezen, hier en daar een nieuw inzicht, maar echt fascinerend is het niet.' Paula Dix-Hertogh in: Recensiebank Historisch Huis.nl
Verder gesignaleerd in: Kabelkrant Piet Kaptein januari (2009); Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 125 (2009) 1.