Vanaf de vijftiger jaren zou het rechtsmodernisme oplossen in de midden-orthodoxie. Van Driel brengt uitstekend de theologische thema's en debatten in beeld aan de hand waarvan men dit proces kan traceren. (...) aan de rechterflank van de gereformeerde gezindte gingen de intrigerende ontwikkelingen in het vrijzinnige kamp grotendeels voorbij. Ook om die reden is het goed dat Van Driel - zelfs van christelijk-gereformeerde huize (wat uit het boek overigens niet af te leiden valt) - ze nu alsnog zo consciëntieus en helder in beeld brengt.' G. van den Brink in: Theologia Reformata juni (2008)
'Een boeiend boek, dat het beeld van de moderne beweging corrigeert en verrijkt!' G.C. den Hertog in: De Wekker 117 (2008) 41
'Je zou zeggen: voer voor historici. Toch heeft dit boek een groter belang. Uit de confrontatie tussen orthodoxe theologen (Gunning, Berkouwer) en vrijzinnige of modernistische theologen (Scholten, Roessingh) wordt duidelijk hoe de christelijke theologie kan omgaan met de implicaties van een moderniserende wereld en dito wetenschap. Toegegeven, dit boek is voor fijnproevers, maar het mag beslist niet worden veronachtzaamd.' Tjerk de Reus in: CV Koers januari (2009)
'De vijf opstellen tonen een grote belezenheid, zorgvuldig bronnenonderzoek en een sterke behoefte gedetailleerd in te gaan op de ontwikkeling van de moderne theologie in de eerste decennia van de twintigste eeuw. Maar met wat meer distantie, een grotere nadruk op de maatschappelijke context, een ruimhartiger blik op vrijzinnige ontwikkelingen buiten de Leidse faculteit, wat minder scherpslijperige exegese van theologenteksten en een half jaartje extra schrijftijd had Van Driel een onmisbare monografie kunnen schrijven over de Nederlandse vrijzinnigheid in de eerste helft van de twintigste eeuw.' Dirk Jan Wolffram, in: Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden 124 (2009) 1
Verder gesignaleerd in: Reformatorisch Dagblad.