Magdalena van Schinne, geboren in 1762, kwam uit een koopmans- en regentenfamilie die fortuin had gemaakt in Indië en Japan. Op het moment dat zij een dagboek in de vorm van brieven begon te schrijven, was zij 24 jaar oud en woonde met haar moeder en zusters in een ruim huis aan de Dennenweg (nu Kazernestraat) in Den Haag. Later verhuisden de drie zusters naar de Molenstraat, waar ze tot het eind van hun leven gewoond hebben. Magdalena vertelt in haar (Franstalige) brieven (1786-1795) en dagboek (1796-1805) veel over zichzelf en haar familie (die geteisterd werd door geldnood), ze praat tegen zichzelf en schrijft over de gebeurtenissen van alle dag. Ook schrijft ze bijvoorbeeld over de verhouding tussen man en vrouw en over de boeken die ze las. Haar dagboeken vormen een bijzonder egodocument. Niet alleen vanwege de tijd (Franse en Bataafse revoluties) waarin ze geschreven werden en het feit dat de auteur een vrouw is, maar vooral vanwege de openhartige en directe wijze waarop Magdalena over zichzelf schrijft.
'De dagboeken geven een aardige indruk van het leven van een jonge vrouw in de hogere kringen in Den Haag. Interessant zijn ook de relaties die Magdalena en haar familie hadden. In het register op personen worden tevens biografische en genealogische notities van verschillende mensen gemaakt.' In: Mededelingen Centraal Bureau voor Genealogie 45/4 (december 1991)
'Het aantrekkelijke van dit dagboek is dat Magdalena op tamelijk spontane wijze beschrijvingen van gebeurtenissen uit haar persoonlijk leven afwisselt met berichten over het staatkundig rumoer van de Franse en Bataafse revolutie.' Herman Pleij in: de Volkskrant 2-2-1991.