In 1609 vertrok de Zeeuwse koopman David Baute (1588-1657) naar Zuid-Spanje om het vak van koopman te leren. Na enkele jaren in dienst van andere kooplieden te hebben gewerkt, ging hij een compagnie aan met Joan Courtois. Aan het einde van zijn leven beschreef Baute in een 'cort relaas' zijn leerjaren, zijn financiële wel en wee en zijn avontuurlijke belevenissen in Zuid-Spanje. Na afloop van het Twaalfjarig Bestand raakte Baute in de problemen. Hij werd gearresteerd op verdenking van smokkel van zilver, goud en juwelen en handel met de vijand, de Nederlandse rebellen. Uitvoerig vertelt hij hoe hij zich geestelijk wapende tegen de tortuur waaraan hij onderworpen werd. Na veel verwikkelingen slaagde Baute erin met een schip vol verboden handelswaar naar Antwerpen te ontsnappen. Hij vestigde zich in Middelburg, waar hij in 1630 trouwde met Catalina Ingelveert, dochter van de pensionaris van Duinkerken. Baute bleef betrokken bij de handel, waarschijnlijk als financier of assuradeur, en was bewindvoerder van de Westindische Compagnie. Het laatste deel van zijn dagboek gaat vooral over zijn familie en gezin met negen kinderen. In de inleiding bij de uitgave van dit spannende egodocument wordt een beeld geschetst van de handel tijdens de Tachtigjarige Oorlog.
'Gevangennemingen, verbanning, ontsnappingen, kapers en oorlogsschepen zijn een aantal van de spannende elementen van het leven van deze koopman. In de jaren dertig zal hij zich uiteindelijk in Middelburg vestigen, waar hij zal trouwen en een rustige positie als financier en bewindvoerder van de WIC zal bekleden. Baute liet ook ruimte in zijn relaas voor persoonlijke ontboezemingen over zijn gezin, wat deze tekst nog waardevoller maakt.' Yolanda Rodriguez Perez in: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 117 (2001) 1, p. 92-93
'Cort relaas is een van de eerste koopmansbiografieën en bovendien behoorlijk spannend, want Baute nam grote risico's om grote winst te maken. Ook zijn politieke belevenissen zijn spannend. De Spanjaarden verdachten hem van smokkel en probeerden hem met martelingen tot een bekentenis te dwingen.' In: Nederlands Dagblad 11-08-2000
'Het verhaal van Baute, opgetekend ter lering en stichting voor zijn kinderen en verdere nageslacht is inderdaad hoogst curieus. [...] Het in onopgesmukte taal geschreven relaas van Baute behoeft weinig woordcommentaar. Achter in de editie is een woordenlijst opgenomen en een bijlage met de genoemde munteenheden. De inleiding is zeer beknopt (8 pagina's) maar verwijst naar de nodige secundaire literatuur.' PJV in: Literatuur 1 (2001), p. 54
'In de reeks Egodocumenten wordt de lezer in ieder geval een eind tegemoet gekomen. Alle uitgaven bevatten een inleiding waarin de sociaal-economische en politieke achtergrond van het document aan de orde komt. Bij sommige delen gebeurt dat zeer uitgebreid en zorgvuldig, terwijl andere volstaan met een korte introductie. [...] De reeks Egodocumenten maakt bijzondere bronnen direct toegankelijk. De manier waarop de uitgaven zijn verzorgd, maakt de toegankelijkheid en de leesbaarheid nog groter. Maar ook zonder de inleidingen zijn de teksten de moeite van het lezen waard. Hoe vaak wordt de historische sensatie - zoals hier - op een dienblad gepresenteerd?' Manon van der Heijden in: Tijdschrift voor Sociale Geschiedenis 28 (2002) 1, p. 109-111
Verder gesignaleerd in: Cd-rom Leesidee 2000-2005; Belgisch Tijdschrift voor Filologie en Geschiedenis (2001) 4, p. 1458-1459; Holland 34 (2002), p. 31-32; NBD Biblion 26-10-2000; Genealogie (2001) 7; Archievenblad (okt. 2000), p. 37; Spiegel Historiael 35 (2000) 10, p. 410; Tijdschrift voor Geschiedenis 114 (2001) 2, p. 324; Provinciale Zeeuwse Courant 21-06-2000.