In Memoriaal ofte mijn levensraijsinghe beschreef Hermanus Verbeeck (1621-1681) de tegenslagen waarmee hij in zijn leven te kampen had. Dát hij een autobiografie schreef, is opmerkelijk, want in de zeventiende eeuw gebeurde het maar zelden dat iemand zijn eigen leven te boek stelde, zeker wanneer het een ambachtsman als Verbeeck betrof. Verbeeck vertelt hoe hij zich staande probeert te houden in onzekere tijden: welke wegen hij volgt om aan inkomsten te geraken, hoe hij omgaat met persoonlijke tegenslagen als ziekte en welke gevolgen hij ondervindt van maatschappelijke ontwikkelingen als bijvoorbeeld de economische neergang. Maar daarnaast bevat het Memoriaal ook veel interessante gegevens over het gezins- en familieleven van een zeventiende-eeuwse ambachtsman en biedt het zicht op de geloofsbeleving van een eenvoudige - katholieke - leek. Ook in literatuurhistorisch opzicht is het leven van Verbeeck van belang. In de eerste plaats omdat zijn levensverhaal één van de oudste Nederlandse autobiografieën is. Daarnaast kan zijn levenswerk meer vertellen over de manier waarop in de lagere regionen - zowel sociaal als literair - van de samenleving literatuur bedreven werd. Want Verbeeck schreef meer dichtwerk. Er is echter van zijn liederen of toneelstukken nooit iets in druk verschenen. Zijn dichtwerk, inclusief de autobiografie, kennen we alleen maar in manuscript, gebonden in twee boekbanden onder de naam Poëzy. Het bevindt zich in de Stadsbibliotheek van Haarlem.
'Verbeecks memoriaal is een goudmijn voor iedere historicus die op zoek is naar individuele voorbeelden van, bijvoorbeeld, bestaansstrategieën, het belang van familierelaties, de uitwerking van gildenzorg en de besluitvorming met betrekking tot de beroepskeuze.' NEHA-Bulletin 13- 1999-nr.1
'De autobiografie - overigens in zijn eigen tijd nooit in druk verschenen - is vooral boeiend omdat Verbeeck het leven beschrijft van een 'gewone' man in de zeventiende eeuw.' A. De Jeu in: TNTL 115/3 (1999)
'In de reeks Egodocumenten wordt de lezer in ieder geval een eind tegemoet gekomen. Alle uitgaven bevatten een inleiding waarin de sociaal-economische en politieke achtergrond van het document aan de orde komt. Bij sommige delen gebeurt dat zeer uitgebreid en zorgvuldig, terwijl andere volstaan met een korte introductie. (...) De reeks Egodocumenten maakt bijzondere bronnen direct toegankelijk. De manier waarop de uitgaven zijn verzorgd, maakt de toegankelijkheid en de leesbaarheid nog groter. Maar ook zonder de inleidingen zijn de teksten de moeite van het lezen waard. Hoe vaak wordt de historische sensatie - zoals hier - op een dienblad gepresenteerd?' Manon van der Heijden in: Tijdschrift voor Sociale Geschiedenis, jrg. 28/1, 200.