Een prachtig naakt beeld op een matras van marmer, een pukkel op de kin van de paus, een hondje bedwelmd door zwaveldampen, lompe Duitsers en mooie Venetiaanse vrouwen - er was veel te zien en te beleven voor reizigers in het midden van de zeventiende eeuw. Zoals zoveel van zijn tijdgenoten ging ook Arnout Hellemans Hooft (1629-1680), zoon van P.C. Hooft, op 'grand tour'. Arnout vertrok op 31 augustus 1649. In het gezelschap van onder andere de bekende dichter Reyer Anslo reisde hij door Duitsland naar Italië, en via Zwitserland en Frankrijk terug naar Amsterdam, waar hij op 10 november 1651 aankwam. Behalve voor de gewone toeristische attracties had Arnout opvallend veel belangstelling voor zaken die met wapens en fortificatie te maken hadden en voor allerlei aspecten van het katholicisme. Zijn dagboek, uitgegeven met inleiding over de achtergronden van zijn reis, bevat rake observaties over mensen, zeden, historische gebeurtenissen en bezienswaardigheden in de bereisde streken.
'Deze uitgave geeft allereerst een zeer goede inleiding, waarin de lezer in een bestek van nog geen vijftig pagina's zeer veel te weten komt over het verschijnsel "grand tour", over de familie Hooft en haar reizen, over de schrijver van het dagboek en zijn reis door Duitsland en over zijn verblijf resp. in Italië, in Zwitserland en Frankrijk. Daarbij zetten de auteurs Arnouts reis in het bredere kader van de Europese "grand-tour"-traditie.' Han C. Vrielink in: Recensiebank historischhuis.nl
'Het reisdagboek (...) is goed toegankelijk gemaakt. Oude terminologie wordt over het algemeen goed verklaard, de enkele illustraties zijn aardig gekozen, de kaartjes zijn handig om een beeld te schetsen van de route.' M. Blaauboer, in: Tijdschrift voor Geschiedenis 116 (2003)
Verder gesignaleerd in: Cd-rom Leesidee 2000-2005.