Toegevoegd aan winkelwagen
In het licht van de kritiek
Variaties en patronen in de aandacht van de literatuurkritiek voor auteurs en hun werken
€40,00
Op voorraad in de webshop
Op werkdagen voor 14.00 besteld, dezelfde dag ter post bezorgd. De levertijd is afhankelijk van de postale diensten.
ISBN |
9789065504159 |
Auteur(s) |
Susanne Janssen
|
NUR codes |
686
,
615
|
Jaar van uitgave |
1994 |
Druk |
1 |
Reeks |
Publikaties FHKW Rotterdam
|
Nummer in reeks |
14 |
Bindwijze |
ing |
Aantal bladzijdes |
277 |
'Een recensent is journalist, hij zoekt nieuws (...). Wat is nieuws? Een nieuw boek van een bekende schrijver is nieuws, vandaar dat een boek van een bekende schrijver altijd wordt besproken, ook al wordt het afgekraakt (...). Dan krijg je de onbekende schrijver. De interessantste onbekende schrijver is de debutant. Als een debutant een goed boek schrijft, is dat nieuws. Als het een slecht boek is, heeft het geen zin erover te schrijven.' Zo schetst de literaire criticus Aad Nuis de wijze waarop de recensent te werk gaat. Zijn beeld blijkt aardig overeen te komen met de werkelijkheid. Uit een empirische analyse van de selectie die dag- en weekbladcritici in '78 en '91 maakten uit de in dat jaar verschenen literaire uitgaven, concludeert Susanne Janssen dat de mate van kritische aandacht voor een nieuwe titel tot op grote hoogte voorspeld kan worden. Nieuwe publicaties van auteurs wier werk reeds door een groot aantal critici werd besproken, genieten duidelijk de voorkeur, terwijl een auteur wiens eerdere werk weinig aandacht heeft ontvangen evenmin op veel belangstelling voor zijn nieuwe titel hoeft te rekenen. Of een debutant wordt besproken, hangt in hoge mate af van de reputatie van de uitgever als producent van literatuur. Deze is verbonden met het oordeel van de critici over eerdere uitgaven van dezelfde uitgever. In de hedendaagse kritiek geldt als stelregel dat alleen werk-immanente aspecten in aanmerking mogen worden genomen. De kwantitatieve analyses van de selectie door dag- en weekbladcritici en de kwalitatieve analyses van de inhoud van de kritieken op het werk van Rutger Kopland, Judicus Verstegen en Jacq Firmin Vogelaar tonen echter aan, dat de keuzen en uitspraken van critici worden gereguleerd door de normen, opvattingen en praktijken die binnen de institutionele omgeving van de critici in zwang zijn. Dat critici rekening houden met elkaars verrichtingen en hun keuzen en uitspraken afstemmen op die van collega's, impliceert niet dat zij zich geen afwijkende keuzen en oordelen (kunnen of moeten) veroorloven. Het prestige van een criticus valt of staat immers met de vraag of zijn werk in de ogen van collega-literatoren getuigt van vindingrijkheid en van een eigen, persoonlijke benadering van literatuur. Maar zijn vrijheid kent wel grenzen. Hoewel critici een cruciale rol spelen in de afbakening en hiërarchisering van het literaire repertoire, blijken auteurs dit proces te kunnen beïnvloeden. Auteurs die ook andere activiteiten ontplooien binnen de literaire wereld, maken meer kans om voor het voetlicht van de kritiek te komen en te blijven.
Aanbevolen bij dit artikel :