Op de juiste plaats

In 1892 stichtte Gerard Heymans te Groningen het eerste Nederlandse psychologische laboratorium. Sindsdien heeft de psychologie in Nederland een hoge vlucht genomen, is de psychologendichtheid een van de hoogste ter wereld en is het vak niet meer weg te denken uit de samenleving. Voor de ontwikkeling van de psychologische beroepspraktijk, die in dit boek centraal staat, is het Interbellum een uiterst belangrijke periode. Door de introductie van nieuwe technologieën veranderen de productieprocessen en ontstonden tal van nieuwe functies binnen alle economische sectoren. Werknemers moesten aan andere, hogere, eisen gaan voldoen. Gewapend met allerlei soorten psychologische tests boden de 'jonge' psychologen in de jaren '20 hun diensten aan voor het oplossen van vragen en problemen op de arbeidsmarkt, ze transformerend tot psychologische geschiktheidsvraagstukken. Haas beschrijft dit proces aan de hand van de ontwikkeling van de psychologische praktijk bij Philips en de Koninklijke Landmacht. Ook binnen het onderwijs wisten psychologen zich een positie te veroveren, zij het pas na de Tweede Wereldoorlog, omdat zij concurrentie ondervonden van andere beroepsgroepen die actief waren op het onderwijsterrein, met name schoolartsen en pedagogen. De ontwikkelingen binnen dit werkveld worden eveneens besproken aan de hand van twee cases: de selectie voor het buitengewoon onderwijs en de toelating tot het vervolgonderwijs. 'Op de juiste plaats' schetst een boeiend beeld van de institutionalisering van de psychologische beroepspraktijk, de demarcatieprocessen, het gebruik van verschillende typen psychologische tests en de legitimering van het psychologisch handelen.