Toegevoegd aan winkelwagen
Geliefd en gevreesd
Duits toneel in Nederland rond 1800
€45,00
Op voorraad in de webshop
Op werkdagen voor 14.00 besteld, dezelfde dag ter post bezorgd. De levertijd is afhankelijk van de postale diensten.
ISBN |
9789087042035 |
Auteur(s) |
Klaartje Groot
|
NUR codes |
676
,
685
|
Jaar van uitgave |
2010 |
Druk |
1 |
Bindwijze |
ing |
Aantal bladzijdes |
352 |
In de decennia rond 1800 werd het Nederlandse toneel overspoeld met vertalingen uit het Duits. Tot dan toe had het Fransclassicistische toneel over de verheven wereld van koningen en helden een monopoliepositie gehad. In het nieuwe Duitse toneel stond de gewone burger centraal. Het publiek was laaiend enthousiast: met name het werk van Kotzebue veroorzaakte een ware hype. De toneelcritici daarentegen kraakten het 'vreemd uitbraakzel' af. Overspel, opstand, moord en godslastering – populaire thema’s in dit als tweederangs beschouwde toneel – hadden een slechte invloed op de zeden en schonden de oude vormregels. De toneelcritici gaven de voorkeur aan oorspronkelijke Nederlandse toneelstukken waarin de nationale identiteit werd bevestigd. In Geliefd en gevreesd beschrijft Klaartje Groot het Nederlandse toneelleven rond 1800 en de poëtica en thematiek van de vertaalde toneelstukken. Zo laat zij zien wat nu precies de aantrekkingskracht was van het Duitse toneel en waarom het zoveel ophef veroorzaakte.
‘Voor wie het toneel als een soort van opvoedingsinstituut beschouwde, kon het Duitse burgerlijke drama zelfs uitgroeien tot “motor van de Nederlandse civil society”(170). Deze laatst constatering leidt als vanzelf tot de analyse van de stukken en in de tweede helft van haar dissertatie besteedt Groot hier dan ook uitgebreid aandacht aan. […] Groot interpreteert de inhoud van de stukken als pleidooien voor een verlichte benadering van de positie van de vrouw, voor politieke hervorming en voor religieuze tolerantie. […] Dit tweede deel van Geliefd en gevreesd is zonder meer het boeiendste van een overigens ook verder zeer prettig leesbare studie. […] Het meer op het literaire gerichte eerste deel van Groots studie blijft wat achter bij de op het Verlichtingsdebat georiënteerde hoofdstukken. […] Geliefd en gevreesd zou er meer bij gewonnen hebben wanneer Groot zich meer had geconcentreerd op de rol van het Duitse toneel binnen de Nederlandse verlichting en de literaire context min of meer links had laten liggen. Het op de literaire cultuur gerichte eerste deel roept nu meer vragen op dan het antwoorden geeft.’ Jan Oosterholt in: TNTL 127 (2011) 3, p. 316-319
‘Dit onderzoek naar Duits theater in Nederland rond 1800 gaat zowel in de breedte als in de diepte: naast een uitgebreide schets van de ontwikkelingen in het Duitse theater in de loop van de achttienden eeuw en een empirisch gedragen reconstructie van Nederlandse toneelgeschiedenis worden ook aan de hand van enkele gevalstudies opvallende thema’s en motieven van de Duitse successtukken geanalyseerd. Groots onderzoek houdt op die manier het evenwicht tussen overzicht en detail, wat bij historisch literatuuronderzoek een interessante en bevredigende insteek is. […] Groots onderzoek heeft echter ook minder overtuigende kanten. […] Uiteindelijk is het fenomeen “Duits toneel” in grote lijnen het verhaal van August von Kotzebue en diens enorme succesverhaal. Maar dit soort opmerkingen mag niet afdoen aan de merites van een degelijke historische analyse die de complexiteit van de nationale literatuurgeschiedenis overtuigend aantoont.’ Anke Gilleir in: BMGN 126 (2011) 4, p. 133-134
‘In een boek dat de lezer vaak doet vergeten dat het een promotieverhandeling is, open Groot een schatkamer aan materiaal van en over de groep Duitse toneeldichters die aan het eind van de achttienden en het begin van de negentiende eeuw en masse werden vertaald en opgevoerd in Nederland. […] Misschien wel de belangrijkst bijdrage van Geliefde en gevreesd is het inzicht in de schatplichtigheid van de Nederlandse toneelkritiek aan die in het land van oorsprong van de in deze studie besproken toneelstukken. Voor een goed begrip in de tonwikkeling van het toneel en de waardering voor bepaalde auteurs en genres is een dergelijke analyse, zo blijkt, bijzonder nuttig.’ Edwin van Meerkerk in: Nederlandse Letterkunde 16 (2011) 1, p. 57-59
Interview met de auteur in: Trouw 02-11-10
Aanbevolen bij dit artikel :