Geluk ontwikkelde zich in de loop van de achttiende eeuw van modeonderwerp tot regelrechte obsessie. Zedenkunde, godsdienst, samenleving, vriendschap, liefde - bijna alles beoordeelden achttiende-eeuwers op het vermogen ervan om de mens hier op aarde gelukkig te maken. Niet voor niets kreeg de 'pursuit of happiness' in 1776 een plaats in de Onafhankelijkheidsverklaring van de Verenigde Staten. Ook in de Republiek was de belangstelling voor geluk groot. In deze studie onderwerpt Peter Buijs het Nederlandse geluksdebat tijdens de Verlichting aan een nader onderzoek. Daarbij gaat hij zowel in op de bestaande (klassieke en christelijke) tradities binnen het geluksdenken als op de vernieuwingen, zoals het geloof in een wetenschap van het geluk en de aandacht voor maatschappelijke en persoonlijke aspecten van geluk. Deze ideeën namen vanaf 1780 een steeds nadrukkelijker plaats in binnen het denken over geluk. In deze jaren werd de basis gelegd voor het hedendaagse geluksdenken.
'De eeuw van het geluk laat zien hoe de klassieke notie dat geluk gelijkstaat aan deugd, in het midden van de 17de eeuw door een aantal geleerden werd omarmd. Dat was bepaald radicaal - Buijs noemt het zelfs revolutionair - omdat geluk niet langer gezien werd als het gevolg van Gods genade.' Amanda Kluveld in: Volkskrant, 19-10-2007
'Een fundamenteler punt van kritiek schuilt in de constatering dat Buijs nauwelijks iets te zeggen heeft over het geluksconcept in de revolutionaire periode van de late achttiende eeuw. [...] Wanneer hij zich bij de selectie van zijn omvangrijke bronnencorpus iets gevoeliger had getoond voor de waarde van politieke teksten, had dit hem misschien behoed voor de op basis van het verrichte onderzoek zeker niet gerechtvaardigde conclusie'. Joris Oddens in: Skript 29 (2008) 4
'Het boek van Peter Buijs - dat gebaseerd is op minutieus onderzoek naar meer dan zestienhonderd teksten die in ons land over geluk werden geschreven - leert ons niet alleen veel over de ontwikkeling van het denken over geluk, het is tevens een belangrijke bijdrage aan de geschiedenis van de Verlichting.' Rob Hartmans in: De groene Amsterdammer 131 (2007) 44
'Het boek schetst de ontwikkeling van het denken over geluk op heldere en overzichtelijke wijze, maar hanteert een zeer rechtlijnig vooruitgangsgeloof, hecht veel waarde aan de ideeën van unieke geesten als Descartes, Spinoza en Kant en komt ter verklaring van veranderingen niet veel verder dan speculatie.' Guido de Bruijn in: Geschiedenis Magazine (2008) 4
'Het boek van dr. Buijs is niet alleen boeiend als een waardevolle bijdrage aan de ideeëngeschiedenis, het is een inspirerende studie die een voor de eerste generatie vrijmetselaren belangrijk gespreksonderwerp onder onze aandacht brengt.' M.J.M. de Haan in: Thoth 59 (2008) 4
'Het belangrijkste punt van kritiek dat men op dit in vele opzichten rijke proefschrift kan hebben betreft het vrijwel volledig ontbreken van een analyse van het politieke geluksbegrip. Hier wreekt zich het feit dat Buijs, zoals hierboven reeds is opgemerkt, tamelijk willekeurig te werk lijkt te zijn gegaan bij de selectie van voor zijn onderwerp relevante teksten. De omvangrijke politieke pamflet- en tijdschriftliteratuur uit de opwindende laatste decennia van de Nederlandse achttiende eeuw heeft hij daarbij onbegrijpelijkerwijze geheel terzijde geschoven.' Wyger R.E. Velema in: BMGN 124 (2009) 3, p. 475-477
Verder gesignaleerd in: Trouw, 1-12-2007; Reformatorisch Dagblad, 10-10-2007, p. 16; De Humanist 4 (2007); Historisch Nieuwsblad 16 (2008) 9; Nederlands Dagblad, Het Katern 23-11-2007; VolZin 7 (2008) 22.