Anthoni van Noordt en zijn Tabulatuurboeck in het kader van de Amsterdamse orgelcultuur tussen 1630 en 1675

Anthoni van Noordt, componist en organist in Amsterdam omstreeks 1650, behoorde tot de generatie Nederlandse musici na Jan Pieterszoon Sweelinck. Van deze jongere musici is weinig muziek bewaard gebleven: van Van Noordt alleen zijn Tabulatuurboeck uit 1659 met psalmbewerkingen en fantasieën. Daarom zijn deze musici maar weinig bestudeerd. Jaap den Hertog beschrijft leven en werk van Van Noordt tegen de achtergrond van het Amsterdamse muziekleven, waar zijn familie na Sweelinck de dienst uitmaakte. Hij belicht de functie van stadsorganist, muzikaal en sociaal, en de ontwikkeling van de renaissanceorgels naar barokinstrumenten. Kennis hiervan is nodig voor de muzikale analyse van Van Noordts composities. Den Hertog onderzoekt tevens welke eigentijdse vormen en technieken werden toegepast en voor welke orgels Van Noordts muziek is gecomponeerd. Ten slotte betoogt Den Hertog, dat de samenstelling van het psalmendeel van het Tabulatuurboeck nauw is verbonden met het calvinistisch denken in Van Noordts tijd.    

'Het lezen van een proefschrift van meer dan duizend pagina's kost zeer veel tijd, maar na bestudering van het uit twee banden(!) bestaande levenswerk van wiakundige, musicus, en organoloog Jaap den Hertogh over Anthoni van Noordt zeg ik: welbestede tijd!' in: Gregoriusblad (2016) 2, p. 22

'Het resultaat is een overzichtelijk opgebouwd boek waarmee Jaap den Hertog een ongelooflijk belangrijke bijdrage heeft geleverd aan onze kennis over de zeventiende-eeuwse Amsterdamse orgelcultuur. Deze studie zal voor de geïnteresseerde lezer een blijvende bron van informatie zijn. [...] Hij realiseert zich terdege dat veel vragen moeilijk zijn te beantwoorden, ook omdat de notatie van een muziekwerk altijd een zwakke afspiegeling is van wat een componist werkelijk bedoelt. Maar op grond van zijn onderzoekingen en vergelijkingen in de Duitse, Engelse, Franse, Spaanse en Italiaanse literatuur komt hij tot interessante vermoedens en boeiende hypotheses.' Lourens Stuifbergen in: De Orgelvriend 56 (2014) 6, p. 32-34

'Al snel wordt de lezer ervan op de hoogte gebracht dat de keuze van de psalmen in het Tabulatuurboeck niet willekeurig is, zoals vaak is aangenomen, maar dat het een cyclus blijkt te zijn. Vandaaruit stelt Den Hertog de vraag naar gewoonten in Van Noordts tijd. Tijdens dit onderzoek raadpleegde Den Hertog het origineel dat teruggevonden werd in Krakow. [...] De dissertatie van Jaap den hertog maakt indruk door het veelvoud aan invalshoeken/aspecten dat behandeld wordt, en de hoeveelheid bronnen en literatuur die is geraadpleegd, en legt daarmee getuigenis af van een grote eruditie.' Jan R. Luth in: Het orgel 110 (2014) 3, p. 38-40

'Met het uitvoerige tweedelige werk [...] wordt een schat aan gegevens en informatie aangereikt. [...] Met zijn studie heeft Den Hertog de orgelcultuur van ons land een grote dienst bewezen. Hij beschrijft leven en werk van Van Noordt tegen de achtergrond van het Amsterdamse muziekleven, waar zijn familie na Sweelinck de dienst uitmaakte. Zeer uitvoerig en met aandacht voor interessante details, leidt hij ons door deze boeiende tijd.' M. Seijbel in: De Waarheidsvriend 23-01-2014, p. 23

'Een waardevolle toevoeging is een cd waarop de promovendus een aantal psalmbewerkingen uit het Tabulatuurboeck speelt op het Garrelsorgel van de Marekerk in Leiden.' In: Nederlands Dagblad/Gulliver 24-01-2014, p. 6

In Kerk en muziek 67 (2018) 2, p. 4-9 wordt uitgebreid gesproken over psalmteksten uit het Tabulatuurboek.