Leidsvrouwen en zaakwaarneemsters

De vroege start van de Nederlandse tweede feministische golf manifesteerde zich in de oprichting van de Aktiegroep Man Vrouw Maatschappij op 26 oktober 1968. In dit boek wordt de geschiedenis van deze organisatie beschreven, met het accent op de hoogtij-jaren 1968-1973. Om het karakter van MVM en haar plaats in de feministische beweging en in de Nederlandse samenleving te analyseren, maakt Anneke Ribberink gebruik van het generatieconcept. In verband met de veranderingen in de jaren zestig onderscheiden sociologen en historici drie generaties: de vooroorlogse (geboren 1910-1930), de stille (geboren 1930-1940) en de protestgeneratie (geboren 1940-1955). De aanhang en zeker het kader van MVM in haar beginperiode bestond in meerderheid uit vrouwen van de stille generatie. Dit is opmerkelijk, omdat in de literatuur meestal de protestgeneratie wordt aangewezen als de belangrijkste actor in de vernieuwing van zestig. Juist het feit dat de MVMsters zich bewogen op het breukvlak van twee werelden, is van cruciaal belang geweest voor hun positie in de feministische beweging. De combinatie van enerzijds radicale denkbeelden met anderzijds degelijke organisatie en gematigd optreden waren uitingen van respectievelijk de 'naoorlogse' en de 'vooroorlogse' kant van MVM. Door haar tweezijdigheid verschilde MVM van zowel de bestaande vrouwenorganisaties als van de nieuwe feministische groeperingen die na MVM ontstonden. Deze tweezijdigheid werd haar handelsmerk en haar kracht. Hierdoor kon MVM de belangrijke plaats in de geschiedenis van het feminisme innemen die in Leidsvrouwen en zaakwaarneemsters zo boeiend wordt beschreven.    

'Dat niet alles in dit boek overtuigt, neemt niet weg dat Ribberink dat in haar belangrijkste betoog juist wel doet. Haar studie vestigt volkomen terecht de aandacht op de pioniersrol van Man vrouw maatschappij.' L. Heerma van Voss in: BMGN 115 (2000) 1

'Ribberink kreeg bij de opheffing van MVM in 1988 het verzoek de geschiedenis van de organisatie te beschrijven. Die vraag heeft geleid tot een uitgebreid en ook heel boeiend (promotie)onderzoek naar het onstaan, het optreden en de betekenis van MVM met het accent op de hoogtijjaren 1968-1973. (...) De inhoud van het boek sluit prachtig aan bij de examenstof in 2003: "Politieke culturen in Nederland". Rbbererink geeft een mooi beeld van de botsing tussen oude en nieuwe waarden en normen in na-oorlogs Nederland. De jeugd die wat anders wil maar toch ook nog geworteld is in het starre en traditionele en op zijn beurt weer in botsing komt met een nog radicalere groep die werkelijk alles overboord wil gooien. Juist door het onderwerp - de vrouwenbeweging - komt meer dan in soortgelijke boeken als bijvoorbeeld het reeds genoemde van Righart het relatie, en huis-, tuin- en keukenleven aan bod. Juist daarmom is het boek ook zeer bruikbaar bij het maken van praktische opdrachten die mentale, sociale en culturele veranderingen als thema hebben. Leerlingen zullen niet het hele boek doorwerken maar de hoofdstukindeling is overzichtelijk. Voor docenten is het (gezien de cijfers over de gemiddelde leeftijd in het voortgezet onderwijs) een feest van herkenning.' Gerda Geerdink in: Kleio, juli/augustus 2000

'Het is een goed leesbaar, gedegen proefschrift geworden, dat degenen die "erbij geweest zijn" die periode weer levendig voor ogen stelt. De schrijfster heeft zich goed gedocumenteerd en is in staat vanuit het huidig perspectief een kritische blik op het verleden te werpen.' H.M. Langeveld in: Amsterdams Sociologisch Tijdschrift 26/4, december 1999.