'Nazaat Theo van Amstel beschrijft in "De heren van Amstel" de opkomst en de ondergang van zijn geslacht. De familie heeft in hem een kundig biograaf gekregen. Van Amstel schrijft helder en heeft geen last van sentimenten die de onderzoeker met familiebanden kunnen plagen.' In: Nederlands Dagblad 21-5 1999
'In conclusie is De heren van Amstel 1105-1378 ondanks ernstige tekortkomingen betreffende doordachte vraagstelling (...) een waardevolle bijdrage aan de geschiedschrijving over de familie Van Amstel, met regelmatig ook interessante standpunten over de geschiedenis van het graafschap Holland en het bisdom Utrecht. Bovenal biedt deze studie de kans om de wisselende lotgevallen van een middeleeuwse familie uit de hogere stand te volgen, en om de talrijke factoren die in hun op- en neergang een rol speelden van nabij te observeren: van onopgemerkte ministerialen van de Utrechtse bisschop in de Vechtstreek, via quasi adellijke ridders met landsheerlijke ambities in het Nedersticht, tot bescheiden heren in het hertogdom Brabant.' Filip Van Tricht in: Tijdschrift voor Geschiedenis 114 ( 2000) 1
'Deze gedetailleerde genealogische en politieke reconstructie is voer voor fijnproevers, maar ik weet dat er daarvan velen zijn onder de genealogen in Noord-Brabant. Het boek van Theo van Amstel is door zijn vakkundige inhoudelijke en uiterlijke verzorging een knap stukje werk: het laat zien waartoe de ijver en het doorzettingsvermogen van een echte liefhebber kunnen leiden. Hopelijk zal de auteur ook nog eens zijn vondsten inzake de reconstructie van de Maaslandse bezittingen van de Van Amstels in de veertiende eeuw publiceren.' Arnoud-Jan Bijsterveld in: Brabants Heem, jrg. 52/3, 2000
'Es ist von einem Mitglied der Familie selbst verfaßt - und dennoch kein hagiographisches oder genealogisches Buch geworden. (...) Die gelungene Studie macht wichtige Faktoren namhaft, um den spektakulären sozialen Aufstieg dieser Familie verständlich zu machen, und ordnet ihn ein in das ökonomische Aufblühen der ganzen Region im 12. und 13. Jh. Viele genealogische Tafeln und die Edition von 12 Urkunden (...) untermauern die Argumentation.' Marc Boone in: Deutsches Archiv für Erforschung des Mittelalters 58 (2002) 2.