De studie van de Middelnederlandse letterkunde: stand en toekomst

De studie van de Middelnederlandse letterkunde bevindt zich sinds enkele jaren in een stroomversnelling: op klassieke teksten wordt nieuw licht geworpen; verwaarloosde genres en teksten worden gerehabiliteerd; het hele communicatieproces (auteur, mecenas, publiek) wordt voorwerp van onderzoek; medioneerlandici en historici ontdekken in toenemende mate dat ze gelijkaardige vragen stellen en zich voor dezelfde bronnen interesseren; en meer dan vroeger beseft men dat het noodzakelijk is het eigen onderzoek en de Middelnederlandse teksten zelf bekend te maken aan een breder publiek. Gezien deze ontwikkelingen was er behoefte aan een prinicpiële gedachtenwisseling over de stand van zaken in het vak. Deze vond plaats van 22 tot 24 september in Antwerpen. Dit boek bevat de bijdragen aan het symposium. Hoewel de onderwerpen divers zijn, duikt een aantal thema's telkens op. Deze zijn volgens de inleiders kenmerkend voor het medioneerlandistisch onderzoek van de late jaren tachtig: het verlangen naar een striktere, objectievere, minder interpreterende, meer systematisch, in één woord meer wetenschappelijke vakbeoefening; het belang dat wordt gehecht aan de vraag naar de functie van literaire teksten; aandacht voor de talrijke connecties tussen de Middelnederlandse en de Middelhoogduitse literatuur; de behoefte aan synthese.    

Inhoud: F.P. VAN OSTROM/FRANK WILLAERT, Ter inleiding   HERMAN PLEIJ, Over een cultuurhistorische benadering van Middelnederlandse teksten: flirten met Dracula?   BART BESAMUSCA, Het Lancelotproject als voorbeeld van de uitgave van een editiereeks   W.J.J. PIJNENBURG, Lexicografica en de studie van het Middelnederlands   BRIGITTE SCHLUDERMANN/HEINZ BÜCK, Eine nicht-lemmatisierte Manuskript-Konkordanz zur Haager Liederhandschrift (ms 128 e 2): über Sinn und Zweck ihrer interdisziplinären Orientierung und ihrer multidisziplinären Funktionen   FRANK WILLAERT, Het minnelied als danslied. Verspreiding en functie van een ballade-achtige dichtvorm in de late middeleeuwen   J. REYNAERT, Literatuur in de stad? Op zoek naar een voorgeschiedenis van het Gruuthuse-liedboek   J.D. JANSSENS, De Middelnederlandse, 'niet-historische' Arturroman: vertaling of oorspronkelijke schepping?   J.H. WINKELMAN, Eschatologie als dieptestructuur: over oorsprong en interpretatie van de Oudfranse Florisroman en zijn Middelnederlandse bewerkingen   BOB W.Th. DUIJVESTIJN, Middelnederlandse literatuur in Duitse overlevering. Een arbeidsveld voor neerlandici   L. PEETERS, Neue Perspektiven in dem Forschungsstand der Navigatio Sancti Brendani abbatis und der Reise-Texte   Th. MERTENS, Lezen met de pen. Ontwikkelingen in het laatmiddeleeuws geestelijk proza   ORLANDA S.H. LIE, Middelnederlandse didactische literatuur in verzen en in proza: van mondelinge voordracht naar leescultuur?    P. WACKERS, 'Geschiedverhaal of schetskaart' revisited. Overwegingen bij de studie van de Middelnederlandse letterkunde   F.P. VAN OOSTROM, Voortgang of vooruitgang in de studie van de Middelnederlandse letterkunde?   Lijst van proefschriftpresentaties   Adressenlijst der deelnemers