Het onderzoek naar de middeleeuwse stedelijke secretarie van 's-Hertogenbosch is tot op heden nog onontgonnen terrein, ook al zijn er incidenteel beschouwingen gewijd aan de Bossche stadsklerken en -secretarissen. Debet hieraan is het ontbreken van nagenoeg alle veertiende- en vijftiende-eeuwse stadsrekeningen. Dankzij de paleografisch-diplomatische analyse van alle stedelijke oorkonden, schepenprotocollen, vonnisboeken, enkele stadsrekeningen én de confrontatie van deze bronnen met notariële instrumenten en schrijfproducten uit andere stedelijke instellingen is Geertrui Van Synghel erin geslaagd de stedelijke secretarie te reconstrueren en de interactie bloot te leggen tussen de diverse stedelijke instellingen. De stedelijke secretarie kent een voor het hertogdom Brabant unieke, weinig hiërarchische organisatiestructuur en blijkt een uitzonderlijke taalpolitiek te voeren. Het gehele oorkondenbestand (5735 documenten) is verwerkt in een database en is samen met de afbeeldingen beschikbaar op de bijgevoegde cd-rom.
We mogen concluderen dat het uitermate arbeidsintensieve onderzoek van Van Synghel een waardevolle bijdrage is tot de kennis van de vroegste periode van 's-Hertogenbosch. [...] 's-Hertogenbosch mag zich dan ook gelukkig prijzen dat deze dissertatie één van de vele vragen over haar verleden in belangrijke mate heeft beantwoord.' Gerrit Verbeek in: Archievenblad 112 (2008) 6
'Op basis van dit moderne monnikenwerk, waarbij alle oorkonden zijn verwerkt in een database van ruim 5700 nummers, komt zij tot de conclusie dat het stadsbestuur al vanaf 1281 een beroep deed op één vaste schrijver.' Marjoke de Roos in: Geschiedenis Magazine (2007) 6
'Geen spannend boek, maar wel een belangrijke bijdrage aan de Noordbrabantse geschiedschrijving en een respectabel stuk vakwerk.' In: Brabant Cultureel - Brabant Literair okt. 2007
'Van Synghel onderzocht een onderdeel van de stadsgeschiedenis, waarover tot nu toe maar heel weinig bekend was: hoe was de bezetting van de secretarie in de eerste eeuwen?' Wim Hagemans in: Brabants Dagblad 15-05-2007
'Tot slot confronteerde de auteur haar paleografische bevindingen met de studie van de Bossche notarissen door Van den Bichelaer. Niet alleen kwam ze tot een bevestiging van enkele door hem geuite vermoedens over notarissen die actief zouden geweest zijn als stadsklerk, ook kwam ze nieuwe identificaties op het spoor. [...] Aansluitend onderzoek naar de taal in oorkonden, bracht een interessante evolutie aan het licht. Niet alleen werd exclusief het Latijn gebruikt voor de transportoorkonden, in de vonnisboeken wordt ca. 1420 van de volkstaal naar het Latijn overgeschakeld.' Valeria van Camp in: webrecensie behorende bij BMGN 123 (2008) 3
'On aura compris qu'on tient isi un ouvrage remarquable, qui rappelle aux historiens du livre que ce qu'on appelle parfois l'écriture pragmatique a produit un océan de textes et d'écrits dont les historiens ne sont pas prêts d'avoir terminé l'étude.' B.-M. Tock in: Scriptorium (2007) 2
'In her work the diplomatic traditions of the north and the south are united in a happy mariage. [...] As it is, the author has set herself a herculean task. For the enterprise she studied circa 5,600 original charters and over 34,000 pages of registers of various kinds, containing some 278,000 deeds. (...) The study begins with a paleographical analysis of all original charters, assinging them to various wrinting hands. In the process these scribes are located within or outside the chancery. On the basis of those findings, the hands in the registers could then be identified. Finally, the dictamen (the wording of the standard formulas used in the deeds) was studies in the texcs written by the clerks located within the town, enabling the author to distinguish the formula habits of Den Bosch from those of elsewhere and to analyze their development. The investigation yielded clear results. [...] This rich study gives much additional information on various aspects of the Schriftwesen in Den Bosch. [...] Van Synghel has succeeded in writing a well-balanced and well-argued study. Only sporadically does one find a weak spot [...]. The book is mostly very well written, no mean feat for such a technical study.' J.W.J. Burgers in: Speculum. A journal of medieval studies 83 (2008) p. 1050-1052
'De aard van de studie brengt met zich mee dat de auteur niet aan de vele detailgegevens voorbij kan gaan. Dat maakt het boek tot zware kost, maar wie zich daardoor niet laat afschrikken, krijgt een boeiende inkijk in het schrijfbedrijf van een middeleeuwse stad.' B.C.M. Jacobs in: Noordbrabants Historisch Jaarboek 25 (2008)
'Met dit van grote volharding getuigende boek is nu ook het zuiden van Nederland vertegenwoordigd op het onderzoeksveld van de (urbane) pragmatische verschriftelijking.' Jeroen Benders in: Millennium 22 (2008) 1
'Van Synghels betoog blinkt uit door acribie, zorgvuldigheid en en volledigheid, wat het lezen ervan niet altijd tot een genoegen maakt. Het is eerder de even droge als noodzakelijke verslaglegging van wat zijzelf heeft ervaren als 'een spannende zoektocht'. Het is goed dat er zulke historici zijn, want nu kunnen we met meer stelligheid dan ooit uitspraken doen over de organisatie en het functioneren van de secreatrie van deze Brabantse hoofdstad.' Arnoud-Jan Bijsterveld in: Tijdschrift voor Geschiedenis 121 (2008). Verder gesignaleerd in: Bifolium voorjaar 2007.