Toegevoegd aan winkelwagen
Het kapittel van Sint Jan te Utrecht
Een onderzoek naar verwerving, beheer en administratie van het oudste goederenbezit (elfde-veertiende eeuw)
€60,00
Op voorraad in de webshop
Op werkdagen voor 14.00 besteld, dezelfde dag ter post bezorgd. De levertijd is afhankelijk van de postale diensten.
ISBN |
9789065502674 |
Auteur(s) |
E.N. Palmboom
|
NUR codes |
684
,
704
|
Jaar van uitgave |
1995 |
Druk |
1 |
Reeks |
Amsterdamse Historische Reeks GS
|
Nummer in reeks |
20 |
Bindwijze |
geb |
Aantal bladzijdes |
575 |
Midden 11e eeuw werd in Utrecht het kapittel van Sint Jan gesticht. Het oudste bezit (dos) werd door bisschop Bernold uit het algemene vermogen van de Utrechtse kerk, naar alle waarschijnlijkheid uit het tafelgoed van de bisschop, aan het kapittel als aanvangskapitaal geschonken. Het was overwegend georganiseerd in curtes. Daarnaast kregen proost en kanunniken nog wat goederen, zoals een tol bij Smithuizen, twee hoeven met mancipia, een bos te UUanbeke, een groot stuk grond binnen de muren van de stad Utrecht en een rente van 10 pond uit de Deventerse munt. Uit de opbrengst van dit proosdijgoed moest het dagelijks onderhoud van de kanunniken worden verzorgd. Het landbezit dat na de stichting werd verworven, bestond voornamelijk uit losse stukken grond die niet tot een bepaalde curtis behoorden of niet in een hofverband waren ondergebracht. Veelal waren ze gelegen in de jongere Hollands-Utrechtse veengebieden. De ontginning van deze wildernissen lieten proost en kanunniken over aan derden die hiervoor aan het kapittel een lage ontginningstijns betaalden. De kanunniken bleven voor hun onderhoud niet geheel afhankelijk van de proost, maar kregen de beschikking over een eigen vermogen dat zij zelf konden beheren, het kapittelgoed. Het oudste deel hiervan bestond grotendeels uit kerken en tienden, die rond 1100 door de bisschop geschonken waren, soms met de uitdrukkelijke vermelding dat de proost er geen recht op had. Het kapittelgoed werd in de 12e eeuw vooral uitgebreid door schenkingen van geestelijken. De Utrechtse burgerij betoonde zich weinig vrijgevig. In haar omvangrijke studie beschrijft Ellen Palmboom zeer gedetailleerd de stichting van het Sint Janskapittel, zijn samenstelling, de verdeling van het bezit in verschillende fondsen en de administratie van het goederenbezit tot de 15e eeuw.
Aanbevolen bij dit artikel :