Over de lesstof van de Latijnse school is veel bekend, maar van de manier waarop leerlingen de lesstof verwerkten, weten we niet zo veel. Het bewaard gebleven schoolschrift van de zeventiende-eeuwse Haagse gymnasiast Pieter Teding van Berkhout biedt dan ook een unieke mogelijkheid om dit te onderzoeken. Pieters schrift bevat stijloefeningen, opstellen en oraties, maar ook oefeningen die buiten het door de Schoolordre van 1625 voorgeschreven curriculum vielen. Uit Pieters schrift blijkt onder meer dat de leerlingen bij het maken van Latijnse opstellen intensief gebruik maakten van de - toen ruimschoots beschikbare - bloemlezingen uit de klassieke en contemporaine literatuur. Het natekenen van zinneprenten diende als oefening in memoriseren. Dit alles stond in het teken van de welsprekendheid, een vaardigheid die in de Republiek onontbeerlijk werd geacht voor leerlingen als Pieter die voorbestemd waren voor de magistratuur.
Het herleiden van de bronnen die Pieter gebruikte, zowel voor zijn emblemata als voor zijn schrijfoefeningen, getuigt van een grote speurzin en kennis van de klassieken.' Annemarieke Blankesteijn op Historischhuis.nl
'Op ingenieuze wijze heeft de auteur bronnen, ook veel buitenlandse, opgediept die de gymnasiasten tot voorbeeld strekten. Zij toont hoe de jonge Pieter aanvankelijk alleen overschrijft en allengs zelf - in het Latijn! - gaat experimenteren. Zij analyseert zorgvuldig en uitvoerig vier onderdelen, waarin zij het meest zijn eigen inbreng herkende. Haar boek besluit met een transcriptie en vertaling van enkele opstellen uit het schrift van Pieter en de inhoudsopgave ervan. Een uitgebreid notenapparaat, bronnen- en literatuurvermelding completeren het geheel. Men moet wel onder de indruk raken van het werk dat Frank-van Westrienen heeft verzet. De kennis over het onderwijs op de Latijnse school is verrijkt met een grondige studie over de verwerking van de lesstof. [...] Het boek is niet echt vlot leesbaar, omdat de lezer regelmatig voetnoten moet raadplegen voor vertaling van de Latijnse citaten. De vele afbeeldingen van onder andere portretten, titelprenten en emblemata vergoeden veel.' Trudie de Bruyn in: Lessen. Periodiek van het Nationaal Onderwijsmuseum en de Vereniging van Vrienden 3 (2008) 1, p. 36
'De studie geeft, vanuit een interessant voorbeeld, een veelzijdig en gedetailleerd beeld van de onderwijspraktijk in de zeventiende eeuw en vormt een aanwinst voor onze kennis van de diverse schooloefeningen.' Jeroen Jansen in: Nieuwsbrief ISHR-Benelux 2008/1
'De auteur trekt de lezer aan het handje mee, maar in lange opsommingen van suggesties geeft zij niet alleen blijk van haar vertrouwdheid met de mer à boire van zeventiende-eeuwse schoolboeken, doch ook van haar teleurstelling dat er zo weinig concreet gemaakt kon worden. Dat neemt niet weg dat de lezer een goede indruk krijgt van wat er allemaal voorhanden was en hoe een jonge student daarmee op ideosyncratische wijze aan de slag kon gaan.' D.K.W. van Miert in: De zeventiende eeuw 24 (2008) 1
'Mevrouw Frank-van Westrienen heeft een unieke bron ontsloten en deze op een zeer gedegen en tegelijkertijd zeer toegankelijke wijze voor het publiek beschikbaar gemaakt.' Paul Hendriks in: Holland 40 (2008) 1
'De auteur levert een belangwekkende bijdrage aan het onderzoek naar de organisatie van het onderwijs in de zeventiende-eeuwse Nederlanden en werpt met kennis van zaken licht op deze complexe materie.' Demmy Verbeke in: Spiegel der letteren 50 (2008) 4
'Frank contrasts the presence of emblems in Berkhout's notebook with their absence in educational manuals and treatises from the Dutch republic. [...] It is a great merit of Frank's study that it shows how school practice here differed from theory. A similar lesson applies to assumptions about reading practices. As Frank shows, for Berkhout the emblems were extremely flexible vehicles for organizing new knowledge; the interpretation offered by the author could easily be ignored, and even in copying picturae, iconographic programs were open for revision.' Arnoud Visser in: Emblematica 17
Verder gesignaleerd in: Reformatorisch Dagblad 26-9-2007, p. 18; NRC Handelsblad 27-7-2007; The year's work in modern language studies 69 (2007) 2009.