De Maatschappij der Nederlandse Letterkunde heeft de Kruyskamp-prijs 2006 toegekend aan Wim Hüsken voor zijn editie van de Spelen van Cornelis Everaert. De prijs wordt eenmaal in de drie jaar uitgereikt in een van de categorieën Nederlandse lexicografie/lexicologie of editie en annotatie van oude Nederlandse teksten en bestaat uit een oorkonde en 2.500 euro. Dit werk heeft vele jaren in beslag genomen. Met het resultaat beschikken literatuurwetenschap en geschiedenis nu over een uitstekende editie van Everaerts spelen. Het gaat in deze spelen over graanwoeker, armenzorg, huwelijks- en gezinsproblematiek, misstanden in de kerk, ketterse opvattingen, vroomheididealen, oorlog en vrede. Eindelijk kan het beeld van het literaire leven en het dagelijkse bestaan in Brugse en West-Vlaamse kringen uit de eerste helft van de zestiende eeuw met aanzienlijk meer kleur, detail en diepte geschetst worden. De jury bestond uit Frida Balk-Smit Duyzentkunst, Marita Mathijsen en Herman Pleij. De complete juryrapporten zijn beschikbaar op http://maatschappijdernederlandseletterkunde.nl/prijs.html
'Hüsken kiest (...) voor een cultuurhistorische benadering. Het werk van Everaert wordt door hem vooral beschouwd als een spiegel van de toenmalige religieuze en maatschappelijke opvattingen. Ieder spel wordt daarom voorafgegaan door een toelichting, met daarin paragrafen over de maatschappelijke, religieuze, historische, politieke en economische achtergrond, de bronnen, de inhoud, vormkenmerken (vooral rijmschema's), taalgebruik en naamgeving, de opvoering, gebruikssporen, allegorie.' (p. 185) 'Deze editie biedt zowel belangstellenden uit andere vakgebieden toegang tot en inzicht in Everaerts werk en de tijd waarin dat functioneerde, als vakgenoten een nieuwe stimulans voor nader onderzoek van dat werk.' (p. 187) Nelleke Moser in: Queeste 12 (2005) 2, p. 185-187
'(...) dat de spelen van Everaert in deze editie op minutieuze en betrouwbare wijze toegankelijk gemaakt [zijn] voor een publiek van geïnteresseerde vakgenoten in de ruimste zin des woords.' Hans van Dijk in: Madoc 20 (2006) 1, p. 46-49.