Jaar van uitgifte | 2003 |
Nur1 | 686 |
Nur2 | 654 |
Status | leverbaar |
Taal | Nederlands |
Bindwijze | ing |
Bladzijdes | 477 |
Plaats van uitgave | Hilversum |
Druk | 1 |
'Deze belangrijke studie (vult) een leemte in de historiografie van de kunstgeschiedenis. (...) Met Kunsthistorische vrouwen heeft Marcus-de Groot een belangrijk werk geleverd.' A.H. van der Velden op: www.historischhuis.nl/recensies; 'In deze doorwrochte en levendig geschreven studie, waarop Yvette Marcus-De Groot, zelf enige tijd adjunct-directeur van Museum Flehite, verleden jaar promoveerde, wordt beschreven hoe het de eerste generatie kunsthistorische vrouwen is vergaan.' Annemarie Vels Heijn in: Museumvisie (2004) 3, p. 55. Verder gesignaleerd in: Tijdschrift voor Geschiedenis (2004) 4; NBD Biblion 19-05-2004; Historica 27 (2004) 2, p. 20-22; Trouw 16-09-2003; Het Financieele Dagblad 13-09-2003; Boekman Cahier 16 (2004) 58/59, p. 252-254; Ons Amsterdam (feb. 2004), p. 50; Spiegel Historiael 39 (2004) 2, p. 90.
Deel dit artikel op:
Kunsthistorische vrouwen van weleer
Yvette Marcus-de Groot | 9789065507662Beschrijving
De eerste generatie in Nederland vóór 1921.
Honderd jaar geleden promoveerde de eerste kunsthistorica en reeds in 1912 solliciteerde een vrouw naar het ambt van directeur van het Haag Gemeentemuseum. In die tijd vond men kunstgeschiedenis een zeer geschikt vak voor vrouwen en er waren relatief veel studentes kunstgeschiedenis. Toch is er weinig over hen bekend. Yvette Marcus beschrijft met verve de rol van de eerste generatie vrouwelijke kunsthistorici in Nederland, opgeleid vóórdat de universitaire studie kunstgeschiedenis een volwaardig doctoraalvak werd in 1921. Zij leefden in een overgangsperiode waarin de positie van de vrouw in het maatschappelijke en culturele leven sterk veranderde. Met name bij de nieuwe invulling van museale taken kregen vrouwen een wezenlijke inbreng, al bleef het sekseverschil van invloed. De beschreven ontwikkelingen zijn terug te vinden in de door Marcus opgetekende levensverhalen van acht vrouwen die in hun eigen tijd zeer gewaardeerd werden als schrijfsters, museumdirectrices en universitair docentes.