'[Henrica van Erp] verhaalt [in haar kroniek] over bezettingen door langstrekkende soldatenbenden, conflicten met andere religieuze instellingen en meer dagelijkse gebeurtenissen in het Vrouwenklooster. Ze leefde in een roerige periode en nogal eens moest zij verslag doen van gestolen paarden, koeien, voesel, gedwongen inkwartieringen en meer van dat fraais. Wat de zusters er persoonlijk van merkten, laat ze in het midden, maar de soldaten zullen ook met hen niet zachtzinnig zijn omgesprongen. De tekst is uitgebreid ingeleid door Doedens en Looijestein. Na hun smeuïge verhalen is de wat zakelijke kroniek met haar korte teksten minder spannend dan je op grond van de inleiding verwacht. Fred Vogelzang in: GM Kwadraat 10 (2010) 40, p. 32
‘De editeurs hebben een ruime lijst van uiteenlopende bronnen geraadpleegd, verwijzen geregeld naar waar men verdere informatie kan vinden, en geven helder aan waar zij nog hiaten hebben gevonden in de actuele stand van onderzoek. Waar het gaat om de precieze herkomst van de brontekst van de editie zelf, laten ze echter wat steekjes vallen. […] Er wordt daarnaast weinig aandacht besteed aan de vraag in hoeverre een zeventiende-eeuws afschrift een betrouwbare weergave kan en zal bieden van een zestiende-eeuwse bron. […] De hertaling op zich is doeltreffend. De tekst is transparant en loopt goed door. Een nuttige handreiking voor de moderne lezer is daarnaast de historische toelichting met betrekkingen tot geldwaarden en de in de zestiende eeuw in omloop zijnde munten. De editie is verder voorzien van een register, literatuurlijst en een lijst van de in de kroniek voorkomende (jonge)dames. De zwart-wit afbeeldingen en de overzichtelijke, parallelle opmaak van tekst en vertaling maken de kroniek tenslotte een prettig leesbare uitgave.’ Cécile de Morrée op: www.historischhuis.nl/recensies
Verder gesignaleerd in: Oud Utrecht 83 (2010) 3 en Geschiedenis Magazine 45 (2010) 7, p. 60.