'Der niederländischen Mediävistik macht diese Ausgabe einen ihrer zentralen Texte in optimaler Weise verfügbar, und der internationalen "Lancelot"- Forschung eröffnet sie die Möglichkeit, sich ein detailliertes Bild davon zu machen, wie der erste Große Prosaroman des europäischen Mittelalters sich darstellt, wenn er in jene von Chrétien de Troyes geprägte Form zurückverwandelt wird, die abzulösen er angetreten war. Man kann das Utrechter Herausgeberteam und die Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, unter deren Auspizien die "Lancelot"-Edition erscheint, zu dieser großeartigen Leistung nur beglückwünschen und zugleich der Hoffnung Ausdruck geben, daß es eines nicht allzu fernen Tages gerlingen werde, auch den Schlußstein zu setzen.' H.-H. Steinhoff in: Zeitschrift für deutsches Altertum und deutsche Literatur 127/3 (1998)
'De wijze waarop de Lanceloet-partes zijn uitgegeven, is in vergelijking met de oude editie van Jonckbloet, bij alle waardering voor diens pionierswerk, een enorme stap vooruit. Ten eerste zijn de verschillende redactielagen (die van kopiist en corrector) in de nieuwe editie volledig verantwoord. Ten tweede is het apparaat vdat de verzen aan de voet van elke bladzijde begeleidt zo gedetailleerd als men zich maar wensen kan: een paleografisch-genetisch apparaat (P/G) stelt de lezer in staat zich een betrouwbaar beeld te vormen van de tekst zoals die in het handschrift bewaard is gebleven; de woordverklaring (W) is to the point en verantwoordt twijfel aan de betekenis met een verwijzing naar het MNW, een toelichting (T) geeft literair-historische aantekeningen en bespreekt de verhouding met de Oudfranse grondtekst.' A. Th. Bouwman in: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, deel 117, afl. 3, 2001