De Arnhemse regentenzoon Gerard de Vree vertrok in 1698 met broer, zus en zwager naar Suriname. Hij werd er eigenaar van twee plantages. Zijn aantekeningen van wat daar van dag tot dag gebeurde, zijn grotendeels bewaard gebleven. Na zijn dood in 1726 werden de plantages eigendom van de regentenfamilie Brantsen, die ze tot het einde van de slaventijd in bezit hield. Deze familie bestierde haar Surinaamse bezit vanuit Nederland, via gemachtigden in Paramaribo en handelsagenten in Amsterdam. Dat leidde tot een omvangrijke correspondentie, waarvan veel nog voorhanden is. Op basis van dit materiaal beschrijft Bert Koene de lotgevallen van de mensen die over een tijdbestek van anderhalve eeuw bij de twee plantages betrokken waren, van veldslaven tot eigenaren, tegen de achtergrond van de sociale, economische en politieke omstandigheden in kolonie en moederland. Het resultaat is een indringend beeld van de Surinaamse slaventijd.
'[...] Volgens eigen zeggen wil de schrijver in dit boek de slavernij van beide kanten laten zien, zowel vanuit het perspectief van de Arnhemse regentenfamilies De Vree en Brantsen als vanuit het perspectief van de mensen die op de plantages Vossenburg en Wayampibo werkten. Wat dit boek bijzonder maakt is dat de schrijver ervoor kiest de lange lijn te beschrijven. Hij volgt de plantage-eigenaren en de plantages van eind zeventiende eeuw tot na de afschaffing van de slavernij op 1 juli 1863. [...] De schrijver laat heel mooi zien hoe de plantages steeds meer op afstand kwamen te staan. [...] Koene heeft met De mensen van Vossenburg en Wayampibo een goed leesbaar boek geschreven, dat goed inzichtelijk maakt hoe ook Gelderse families verweven konden raken en blijven in de slavernij. Dat is een kwaliteit, omdat in het bestaande onderzoek juist de kant van de slaveneigenaren te vaak onderbelicht blijft. Daarom kan ik dit boek, ondanks bovenstaande kanttekeningen, zeker aanbevelen.' Coen van Galen - Jaarboek Gelre 111 (2020), p. 243-245
'Het boek van Bert Koene vormt een belangrijke bijdrage aan de "Surinaamse bibliotheek".' Carl Haarnack in: Indies Tijdschrift (2020) 2, p. 28
'[...] een goed geschreven boek, een bedrijfsgeschiedenis van twee plantages in Suriname, met wrange feiten en veelzeggende leemtes.' Martha Catania-Peters voor: Historisch Huis, 30 januari 2020
'Samenvattend: voor ieder met een beetje brede belangstelling voor geschiedenis is dit boek zeer de moeite waard.' Menno Potjer in: Arnhems Historisch Tijdschrift 39 (2019) 4, p. 230-232
'In wat stroef Nederlands krijgt men een beeld van het beheer van de plantages, die grotendeels vanuit Nederland werden bestuurd. Vele illustraties in zwart-wit en soms in kleur ondersteunen de informatieve teksten, samen met noten, genealogische fragmenten, literatuurverwijzingen en een personenregister.' J. Kroes via: NBD Biblion, 7 januari 2020
'Bert Koene geeft een indringend beeld van het leven op Vossenburg, tegen de achtergrond van de sociale, economische en politieke omstandigheden in Suriname en vooral ook in Nederland.' Roy Khemradj op: Starnieuws.nl, 10 november 2019 - Werkgroep Caraïbische Letteren, 11 november 2019.
Ook gesignaleerd in: Parbode 168 (2020), p. 84-85.
Lees ook: interview met Bert Koene in De Gelderlander van 7 januari 2020, p. 6-7.