Toegevoegd aan winkelwagen
Boethius in het Nederlands
Studie naar de tekstuitgave van de Gentse Boethius (1485), boek II
€50,00
Op voorraad in de webshop
Op werkdagen voor 14.00 besteld, dezelfde dag ter post bezorgd. De levertijd is afhankelijk van de postale diensten.
ISBN |
9065506306 |
Auteur(s) |
Mariken Goris
|
NUR codes |
621
,
684
|
Jaar van uitgave |
2000 |
Druk |
1 |
Reeks |
Middeleeuwse Studies en Bronnen
|
Nummer in reeks |
72 |
Bindwijze |
ing |
Aantal bladzijdes |
431 |
In de overgangsperiode van klassieke tijd naar Middeleeuwen schreef de filosoof Boethius (480-ca. 524 n. Chr.) zijn veel geciteerde De consolatione philosophiae. In de Middeleeuwen werd deze 'Vertroosting van de filosofie' een bestseller: tal van kloosterlingen, scholieren, studenten, docenten en hovelingen lazen en bestudeerden het boek. Er verschenen ook vertalingen van, in het Frans, Engels, Duits, Hebreeuws, Catalaans en in het Nederlands. Een van de hekkensluiters van deze volkstalige traditie is de zogenaamde Gentse Boethius, een incunabel uit 1485. In deze vroege druk is een Middelnederlandse vertaling van de Vertroosting opgenomen met een zeer uitvoerig Middelnederlands commentaar. Boethius in het Nederlands bestaat uit twee delen. Het eerste deel leidt de Gentse Boethius in en analyseert de wijze van vertalen en becommentariëren. Daarnaast wordt de Gentse Boethius in het kader van de vroege boekdrukkunst geplaatst door deze uitgave te vergelijken met die van Anton Koberger (1473) en Colard Mansion (1477). Het tweede deel van deze studie bevat een uitvoerig geannoteerde tekstuitgave van het tweede boek van de Gentse Boethius. Hierin komen onder andere passages voor over de humorenleer, de vier elementen, de Islam in relatie tot het christendom, Alexander de Grote, het huwelijk, de positie van weduwen, de kracht van edelstenen en de geschiedenis van het Perzische Rijk.
'In de ontsluiting van de Gentse Boethiusvertaling van 1485 is deze editie cum studie een flinke stap voorwaarts. De editie van "boek II"dwingt respect en bewondering af, de inleidende studie valt op door degelijkheid. Dat Goris zich niet tot wat meer speculatie heeft laten verleiden (wat haar studie een descriptief accent geeft) valt op enkele momenten wellicht te betreuren, maar getuigt zeker ook van gepaste filologische voorzichtigheid. De inleidende studie vertoont weliswaar enkele schoonheidsfoutjes, maar die laten onverlet dat het betoog overtuigend is en blijft. We kunnen alleen maar wensen dat de andere "boeken" van de Gentse Boethiusvertaling eenzelfde "behandeling" te beurt valt.' Geert H.M. Claasssens in: Leuvense Bijdragen 90 (2001).
Aanbevolen bij dit artikel :