Dit boek is gewijd aan de oudste schrijvers in het Nederlands. Aan bod komen Jacob van Maerlant en Hadewijch, Jan van Boendale en Lodewijk van Velthem en de raadselachtige Willem die Van den vos Reynaerde schreef. Maar ook tal van onbekende klerken en mystici, dichters van sierlijke verzen en schrijvers van cryptisch proza, experimentele stilisten en behoudende rijmelaars. Aan de hand van hun taal en stijl weet Joost van Driel deze schrijvers te karakteriseren en hun verschillende stemmen weer te laten klinken. Welke rol speelde schoonheid voor hen? Experimenteerden zij met taal en stijl? Hoe luidden hun opvattingen over literaire kunst? Bestonden in de vroege Nederlandse literatuur al stilistische stromingen? De portretten van deze schrijvers bieden niet alleen een introductie op hun teksten en opvattingen, ook onthullen ze de pracht aan stijl en taal die zo kenmerkend is voor de literatuur van de middeleeuwen.
'In this nicely turned out and compactly argued book ("Middle Dutch Authors and their Art"), Joost van Driel seeks to flesh out the profiles of his chosen Middle Dutch authors by examining their use of language. This is a study of style and individual creativity in the work of a small selection of (mostly anonymous) medieval poets, and Van Driel begins by taking issue with the somewhat dated notion that most medieval authors were uninterested in originality or profiling their own voice. The author contends here that historical evidence suggests the opposite: no small number of early writers were aware of their individual styles and actively strove for originality.' David Johnson in: Journal of English and Germanic Philology april 2014, p. 273-27
‘Joost van Driel heeft zich al met zijn proefschrift Prikkeling der zinnen: de stilistische diversiteit van de Middelnederlandse epische poëzie, verschenen in 2007, als pleitbezorger opgeworpen voor een hernieuwde wetenschappelijke aandacht voor de stijl van Middelnederlandse teksten. In […] Meesters van het woord: Middelnederlandse schrijvers en hun kunst, zet hij zijn pionierswerk voort. En langzaam komen de stiekem zo bewonderde (en ook minder bewonderde) auteurs weer tot leven. […] een goed leesbaar boek […] voor het beoogde brede publiek.’ Karina van Dalen-Oskam in: Queeste 19 (2012) 2, p. 179-181
'En zo wordt in beknopt bestek een rijkdom aan schrijfstijlen en stilistische vormen gedemonstreerd die het niet-mediëvistische vooroordeel van de brave conventionaliteit van middeleeuwse teksten ontkracht en de mediëvistische analyses van registers en subtiele variatie "op de vierkante millimeter" op elegante wijze aanvult. [...] Het [boek] is voor een groot deel gebaseerd op eerdere, los gepubliceerde artikelen, maar het resultaat is inhoudelijk samenhangend, rijk en elegant geschreven. Bovendien is het mooi verzorgd uitgegeven. Het resultaat is een aanwinst voor het vak.' Paul Wackers in Nederlandse Letterkunde (2012) 3
‘Vroeger werd vaak gedacht dat middeleeuwse schrijvers en dichters niet over veel originaliteit of eigenheid beschikten. […] Nu veel meer onderzoek is gedaan naar de werken, werkwijze en context van Middelnederlandse auteurs, durven onderzoekers ook meer te zeggen over de authenticiteit en creativiteit van door hen bestudeerde schrijvers. In een prettig leesbaar boek over taal, stijl en thematiek van vier “meesters van het woord” maakt Joost van Driel aannemelijk dat deze schrijvers zich steeds onafhankelijker en zelfbewuster opstelden.’ Marjoke de Roos in: Geschiedenis Magazine 47 (2012) 6, p. 41
‘Een verdienste van Meester van het woord is dat er een bijzonder kleurrijk palet aan stijlen en verstechnieken wordt getoond en dat verschillende auteurs op een persoonlijke en aantrekkelijke wijze voor het voetlicht worden gebracht. Net als de meeste van zijn auteurs bedient Van Driel zich van een verzorgde stijl, wat het boek prettig leesbaar en heel toegankelijk maakt. Maar pas op: terughoudendheid ten aanzien van de invulling van de gevoelens en beweegredenen van de Middelnederlandse dichters waarvan we zo weinig weten is te allen tijde geboden!’ Marjolein Hogenbirk op http://www.tntl.nl/boekbeoordelingen/ 01-03-2013
‘[…] hinkt het boek wellicht teveel op twee gedachten. Enerzijds wil Van Driel laten zien dat, via een doorgedreven studie van stijl en taalgebruik, chronologische, geografische en persoonlijke ontwikkelingen aan het licht kunnen komen. Anderzijds geeft hij nogal wat voorbeelden van auteurs die een heel divers oeuvre opbouwden. […] Het bovenstaande kan als kritiek worden opgevat, maar net als het eerdere werk van Van Driel heeft ook Meesters van het woord de grote verdienste dat er volop aandacht wordt gevraagd voor de stijl van Middelnederlandse literatuur. Met veel verrassende citaten laat Van Driel zien dat deze teksten een grotere stilistische rijkdom vertonen dan men zou kunnen vermoeden op grond van de alom aanwezige rijmparen.’ Remco Sleiderink in: Spiegel der Letteren (2013) 1, p. 89-91
'This book [...] is a journey of discovery through the works of Middle Dutch authors of the (late) thirteenth and early fourteenth centuries. It is in this period tha Middle Dutch authors start to discover the possibilities and power of stylistics and start to vary greatly in their use of verse. [...] The comparitive element is important in this book, as one cannot demonstrate the singularity of an author's style by just analysing the oeuvre of a single author. This comparitive outlook allows Van Driel to show the individuality of his chosen authors, while (for the first time) setting out some general ideas about the style of early Middle Dutch writing as well.' Anna Dlabacova in Medium Aevum, tijdschrift van de Society for the Study of Mediaeval Languages and Literature, Oxford (maart 2013), p. 691.