Toegevoegd aan winkelwagen
Drostambt en schoutambt
De Gelderse ambtsorganisatie in het kwartier van Zutphen (ca. 1200-1543)
€35,00
Op voorraad in de webshop
Op werkdagen voor 14.00 besteld, dezelfde dag ter post bezorgd. De levertijd is afhankelijk van de postale diensten.
ISBN |
9065502629 |
Auteur(s) |
Jan Kuys
|
NUR codes |
684
,
693
|
Jaar van uitgave |
1994 |
Druk |
1 |
Reeks |
Werken Gelre
|
Nummer in reeks |
45 |
Bindwijze |
geb |
Aantal bladzijdes |
233 |
De eerste complete moment opname van de ambtsorganisatie in het kwartier van Zutphen, en tevens van de Gelderse ambtsorganisatie in haar geheel, dateerd uit de jaren 1294-1295. De Gelderse territoriale organisatie had toen al een ontwikkeling van twee eeuwen achter de rug. Volgens de grafelijke rekeningen over de jaren 1294-1295 kende het Gelderse gebied ten oosten van de IJssel een bestuurlijke indeling in vijf territoriale ambten: Zutphen, Lochem, Groenlo, Doesburg en Emmerik. Het qua opbrengst kleine Zutphense sluiterambt vormde het zesde (niet-territoriale) ambt. Aan het hoofd van de territoriale ambten stonden stadsrichters. Boven het niveau van de stads- en plattelandsrichters stelde de landheer de landdrost. Oorspronkelijk was de drost een aan het hof verbonden functionaris, die daar met het ereambt van tafelmeester was begiftigd. In 1294 is voor het eerst sprake van een geterritorialiseerde drost, de drost van Overrijn, die zijn gezag op de rechter Rijnoever uitoefende. In het begin van de veertiende eeuw werd deze functie opgesplitst in die van (land)drost in het Land van Zutphen en drost van de Veluwe. Tussen 1314 en 1398 is de, oorspronkelijk aan de landdrost ondergeschikt zijnde, schout van Zutphen op hetzelfde hiërarchische niveau als de landdrost geplaatst. Verder werd in het Zutphense kwartier de functie van Rentmeester van het Land van Zutphen in het leven geroepen en kreeg elke kerspel een eigen richter of pander, wat een verfijning betekende van de interne organisatie van het drostambt en het schoutambt. Kuys beschrijft de ontwikkelingen van de bestuurlijk-rechtelijke organisatie in het kwartier van Zutphen van 1200 tot 1543, het in de praktijk gegroeide ambtsrecht, de taken en bevoegdheden van de landdrost, schout en ondergeschikte ambtslieden en hun sociale en politieke positie. De Zutphense ambtsorganisatie wordt vergeleken met die van het kwartier in Nijmegen, waar Kuys eerder een studie over schreef.
Aanbevolen bij dit artikel :