'Der Titel dieser Publikation, "Einführung in die Literaturgeschichte für die internationale Niederlandistik", könnte leicht irre führen. Denn diese Einführung beschränkt sich keineswegs auf eine Geschichte der niederländischen Literatur, die speziell den Bedürfnissen ausländischer Niederlandistinnen und Niederlandisten gerecht wird, indem sie keine Schulkenntnisse voraussetzt. Vielmehr versucht sie etwas zu sein, das in dem Deutschen mit dem schönen Begriff "eierlegende Wollmilchsau" umschrieben wird. Der oder die Studierende soll nämlich nach der Lektüre dieses Bändleins nicht nur die niederländische bzw. belgische Geschichte in ihren Grundzügen kennen und mit denen in ihrem Kontext entstandenen wichtigsten Werken in niederländischer Sprache vertraut sein, sondern auch Grundlagen der Literaturtheorie beherrschen und verschiedene Analysemethoden nachvollziehen können. [...] Wer dieses Werk gewissenhaft studiert, erhält tatsächlich eine grobe Übersicht über die Geschichte der niederländischen Literatur und gleichzeitig einen Eindruck der verschiedenen literaturwissenschaftlichen Herangehensweisen. Man wird diese Impulse jedoch systematisch vertiefen müssen, um nicht bei Halbwissen stehen zu bleiben. Das Buch kann also als eine spannende Einladung in das komplexe Gebäude der niederländischen Literaturwissenschaft verstanden werden.' Beatrix van Dam op: www.hausderniederlande.de, gekozen tot Buch des Monats September 2010
‘Telkens wordt eerst vrij uitgebreid ingegaan op de politieke, maatschappelijke en culturele context waarin de literatuur van die tijd is ontstaan. […] De kernachtigheid en nauwkeurigheid van deze inleidingen zijn bewonderenswaardig. Vervolgens wordt de literatuur uit de betrokken tijd voorgesteld, waarbij alle genres aan bod komen. Natuurlijk hebben de auteurs zich hier moeten beperken en zal de lezer een of andere schrijver node missen. […] Gecompenseerd wordt dit tamelijk beperkte schrijversaanbod door ruime aandacht in de lopende tekst voor gecursiveerde literaire termen […] Een sterk punt is dat het hele boek door, welke benaderingswijze ook is gekozen, de tekst centraal blijft staan. […] Vaak is er gekozen voor een werk dat nog niet doodgecommentarieerd is […] Didactisch is dit boek voortreffelijk, inhoudelijk veelomvattend, sober maar zinvol geïllustreerd. Het integreert literair-historische en theoretische invalshoeken op – in de twee betekenissen – voorbeeldige wijze.’ Erik de Smedt in: De Leeswolf 16 (2010) 6, p. 458
'Het boek kan als studie- en leerboek dienst doen in de hele internationale neerlandistiek.' Peter Debrabandere in: Neerlandia. Nederlands-Vlaams tijdschrift voor taal, cultuur en maatschappij 115 (2011) 1, p. 48
‘With this book the authors [...] intend to fill what they believe to be a void in in the teaching of Dutch literature outside of Belgium and The Netherlands at the post-secondary level. […] Important to note is that the authors have tried to strike a balance between Dutch literature and Flemish literature,and their respective histories. […] The authors’ objective in the writing this book is a very laudable one, but its success will be determined by the degree of its usefulness in the classroom. The one thought that comes to mind here is that the students’ proficiency in the Dutch language will have to be relatively advanced if they are to benefit fully from this textbook. It strikes this reviewer that in regards to language no concessions were made to those whose native tongue is not Dutch. As to the book’s structure and the pedagogical approach employed therein, one cannot but assume that, in view of the authors’ own experiences in teaching Dutch language and literature courses in Hungary, it will go a long way in answering the needs of both instructors and students. […] Finally, while this (text)book was written specifically with instructors and students in mind, it is not without appeal for anyone interested in the history of Dutch literature.’ G.H. Gerrits in: Canadian Journal of Netherlandic Studies 31 (2010) 1, p. 46-47
‘Het is altijd toe te juichen: een literatuurgeschiedenis voor anderstaligen die is geschreven door mensen uit het veld. […] Deze trechterstructuur, van algemeen-historisch naar specifiek-tekstanalytisch, is interessant. Ze voorkomt dat het boek verwordt tot een encyclopedie van namen en titels. […] De vertaalwetenschap leert ons dat verschillende cultuurgebieden andere filters gebruiken in de perceptie van andere culturen. Vanuit die logica zullen Franse, Amerikaanse of Duitse studenten Nederlands aangetrokken worden door uiteenlopende aspecten van “de” Nederlandse literatuurgeschiedenis, en zal niet iedereen hier zijn gading vinden. […] Mijn slotbeschouwing kan vreemd klinken na de voorgaande reserves: ik ben blij dat dit boek bestaat. […] Dit alles neemt niet weg dat Gera en Sneller een waardevol overzicht van de Nederlandse letterkunde hebben geschreven, dat steeds vanuit andere prisma’s stof kan opleveren aan docenten in diverse buitenlanden.’ Elisabeth Leijnse in: Internationale Neerlandistiek 49 (2011) 1, p. 74-77
'De wetenschappelijke kwaliteit is gedegen, maar een overzicht van de Nederlandse literatuur geeft het boek in mindere mate. [...] Als illustratie van de benaderingswijzen van literaire verschijnselen zeker een geslaagd boek, maar als literatuurgeschiedenis te beperkt.' In: NBD/Biblion02-07-2010
‘Dit boek is dus in hoofdzaak bedoeld voor die opleidingen die de ambitie hebben om studenten op te leiden in de “nationale” traditie, en het vervult die rol op een mooie manier door ietwat ander nuances aan te brengen in het literaire geschiedverhaal, door nuttige theoretische interventies, en via de interessante selecties die de auteurs maken van de te bespreken teksten. Eigenlijk gaan ze vrij ver hierin: een groot punt van kritiek op de canon van de Nederlandse literatuur blijft de relatieve onderbelichtheid van vrouwelijke auteurs. Inleiding literatuurgeschiedenis vindt een beter evenwicht tussen mannelijke en vrouwelijke auteurs, zodat een belangrijke figuur als Carry van Bruggen eindelijk de aandacht krijgt die ze mijns inziens verdient.’ Jane Fenoulhet in: Spiegel der Letteren 53 (2011) 2, p. 270-272.