Jhr. mr. J.W.M. Schorer (1834-1903) werd in 1897 vice-president van de Raad van State en daarmee politiek en constitutioneel adviseur van het staatshoofd. Vanaf zijn benoeming maakte hij met tussenpozen in 'dagboekvorm' aantekeningen van zijn contacten met koningin-regentes Emma, koningin Wilhelmina en haar echtgenoot prins Hendrik. Deze aantekeningen, hier voor het eerst uitgegeven, gunnen de lezer een politieke blik achter de schermen in een bewogen periode. Schorer schrijft onder meer over de kabinetsformaties van 1897 en 1901, de inhuldiging van Wilhelmina in 1898, de voorbereiding van haar huwelijk in 1901 (waarbij hij zelf als onderhandelaar optrad) en de spoorwegstaking van 1903. De aantekeningen geven ook een heel directe kijk op de manier waarop de jonge koningin haar taak opvatte in de constitutionele verhoudingen van dat moment, haar worstelen met de grondwet en haar relatie met de kabinetsleiders N.G. Pierson en Abraham Kuyper. Wilhelmina liet binnenskamers heel duidelijk merken, dat zij meer persoonlijke macht voor het staatshoofd wenste en de invloed van het parlement wilde reduceren. Schorers levendige weergave van gesprekken en discussies vormt een boeiende aanvulling op het beeld dat Cees Fasseur van de jonge koningin geschetst heeft.
'Concluderend: met Fasseurs recente Wilhelmina-biografie en de negen jaar geleden gepubliceerde dagboeken van W.H. de Beaufort zorgt "Raadsman achter de troon" voor een zeldzaam fraai afgerond beeld van de landspolitiek van een eeuw geleden.' Wim Slagter in: Trouw, 6-4-2002
'"Raadsman achter de troon" zoals de titel luidt die Hans de Valk van het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis aan Schorers geannoteerde notities gaf, wordt een wel heel onthullende kijkje in de koninklijke keuken gegeven. Weliswaar had Schorer als vice-president van de Raad van State niet met Beatrix maar met haar grootmoeder van doen, en weliswaar is er in de eeuw die sindsdien verstreken is veel veranderd, maar de kritiek van Schorer heeft af en toe iets heel eigentijds. "Er is niet veel op de lui te rekenen" noteert hij op 29 maart 1903. Schorer had koningin Wilhelmina gevraagd in verband met de spoorwegstakingen in Den Haag te blijven, maar daar paste ze voor. Ze liet zich niets zeggen, ze deed gewoon wat ze wilde en als het de politiek niet beviel, was het jammer voor de politiek.' Christl Visser in: Haagse Courant 3 mei 2002
'Schorers aantekeningen zijn stellig van eminent belang voor iedereen die belang stelt in de relatie tussen de Kroon en de overige elite in Nederland rond de vorige eeuwwisseling. Als zodanig vormen zij een waardevolle aanvulling op, bijvoorbeeld, de monumentale Wilhelminabiografie van Fasseur. De kwaliteit van de bewerking is zoals men van een gerenommeerd historicus als De Valk verwachten mag.' Dr. Ph. M. Bosscher in: Recensiebank historischhuis.nl, juni 2002
'Schorers levendige weergave van zijn gesprekken en discussies met de jonge Koningin Wilhelmina, onder meer over de naam Nassau, vormen een boeiende aanvulling op ons beeld van de vorstin.' Drs. A. van Cruynigen in: Koninklijke Hoogheid 5 (2003) 1
'Kortom, een fraai verzorgde uitgave van een interessant relaas over een interessante tijd, meer dan zijn prijs waard.' W. Pelt in: Holland 43 (2002).