Omstreeks 1900 werd Indië in de literaire kritiek gezien als een erotisch lustoord. Maar voor wie was het dat? Hoe was de relatie tussen Europese mannen en inheemse vrouwen? Wat was de rol van de concubine? In romans en verhalen wordt een rijkgeschakeerd beeld opgeroepen van de mogelijkheden die Indië als seksueel paradijs te bieden had, maar wie werd daar gelukkig van? Deze bundel is het resultaat van een symposium van de Werkgroep Indisch-Nederlandse Letterkunde, gehouden in november 2018, en bevat zeven artikelen waarin dit thema wordt uitgewerkt. Er is onder meer aandacht voor Carry van Bruggen, Louis Couperus, P.A. Daum, Annie Foore, Mina Kruseman, E. du Perron en Willem Walraven. De conclusie uit dit alles moet wel zijn, dat dit thema een enorme complexiteit vertoont: van wilde lust tot huwelijkstrouw, van seksueel misbruik tot echte liefde.