Een tint van het Indische Oosten gaat over reizen in Insulinde. Zo’n boek was er nog niet. In de negentiende eeuw kreeg men meer belangstelling voor de binnenlanden van de kolonie. Onder invloed van de Verlichting wilde men vooral kennis vergaren over landen en volken. Door de Romantiek idealiseerde men de ‘edele wilde’, onaangetast door de westerse beschaving. Dat leidde tot ontdekkingsreizen, die een volkenkundig, botanisch, zoölogisch of geologisch karakter hadden. Door de toegenomen Europeanisering kwamen daar toeristische reizen bij, vooral in de twintigste eeuw. In deze bundel worden drieëntwintig reizigers uit de periode 1800-1950 besproken. Wat vonden zij van natuur en landschap, van de inheemse bevolking? In hoeverre keken ze met westerse ogen? Wat zagen ze dan? Binnen het koloniale discours waarin zij opereerden, traden allerlei nuances op, die een rijk geschakeerd beeld opleveren. Dat is de belangrijkste conclusie van deze verrassende bundel.
Inhoud: RICK HONINGS/PETER VAN ZONNEVELD, Inleiding Negentiende eeuw: ELLEN KROL, ‘Onze regtmatige bezittingen in de Oost bezetten’. Een reis naar Batavia uit 1815 HANS STRAVER, Liefhebber, meer dan kenner der natuurlijke historie. Maurits Ver Huell op Banda PETER VAN ZONNEVELD, Liplappen, zwartinnetjes, tijgers en kaaimannen. Nicolette Peronneau van Leydens Indische herinneringen SIEGFRIED HUIGEN, Indië door een groene bril. De dagboeken van Sytze Roorda van Eysinga GERARD TERMORSHUIZEN, Op zoek naar de ‘edel wilde’. Carl Ludwig Blumes reis naar de Badoej’s JACQUELINE BEL, De eeuwige natuur op Java. Aanstekelijke reisverhalen van Franz Wilhelm Junghuhn ARIE POS, ‘De pen eens krijgsmans’ of vreemde eend in Indië. J.B.J. van Doren en zijn Herinneringen en schetsen van Nederlands Oost-Indië WILMA SCHEFFERS, ‘Wat doet ons reizen?’ Met Wolter Robert van Hoëvell mee op reis RICK HONINGS, Een kind in de kolonie. De tienjarige Anna Abrahamsz op Java JAAP GRAVE, Een ‘hartsgrondigen afschuw’ van ‘politieke bemoeizucht’. Jan ten Brink, reiziger op Java ARNOUD ARPS, ‘Het land van droomen en dichten’. Augusta de Wits feiten en fantasieën over Indië JEROEN DEWULF, Meer dan banale soosverhalen. De Indische schetsen van Justus van Maurik Twintigste eeuw: PAMELA PATTYNAMA, Wij kennen elkaar! Marie van Zeggelen, een Hollandse vrouw in Zuid-Celebes VILAN VAN DE LOO, Ver weg en toch thuis. Aletta Jacobs in de kolonie EEP FRANCKEN, ‘Die siel van die Ooste’. Naar Indië met C. Louis Leipoldt FRANK OKKER, Trottoirnimfen, zoutbriketten en gewriemel rond de mandiebak. Willem Walraven op Java en Madoera JAAP GOEDEGEBUURE, ‘And never the twain shall meet’. Louis Couperus op reis in de Oost ERICA VAN BOVEN, In ballingschap. De drie Indische jaren van Annie Salomons COEN VAN ’T VEER, Boerenkool in de rimboe. Met Herman Salomonson naar Zuid-Bantam OLF PRAAMSTRA, De genade van het avontuur. Bek Vuyk op Boeroe KEES SNOEK, Ravengekras en poëtische rebussen. Indische reizen van E. de Perron in het spoor van het verleden TON ANBEEK, De val van een prins-gemaal. A. Alberts als chroniqueur FRANS-WILLEM KORSTEN, Animistische geschiedenis in een veranderend landschap. Johan Fabricius, Hoe ik Indië terugvond Noten Personalia Personenregister
'De auteurs - allen literatuurwetenschappers - zoeken in hun bijdragen naar een bewuste koloniale superioriteitsideologie. [...] De ideologische focus verdringt spijtig genoeg een ruimere vergelijkende analyse.' Harry van Royen in: G-Geschiedenis (2015) 7, p. 62
'De energie en de avontuurzin die de blanken tentoonspreidden om hun leven vorm te geven in de voormalige kolonie spreekt [...] uit het voorbeeldige reisboek Een tint van het Indische Oosten. [...] De ondertitel luidt Reizen in Insulinde 1800-1950. Dat is misschien wel een van de meest bewogen perioden uit Nederlands-Indië. [...] Die veelbewogenheid spreekt prachtig uit de verschillende bijdragen. We reizen aan de hand van Nederlands-Indische letterkundigen dwars door het eilandenrijk. [...] Wat boeiend is aan Een tint van het Indische Oosten is de reis door land én door de tijd die de lezer maakt. De eerste reisverhalen uit de vroegste periode kennen nog geen twijfel aan de Nederlandse aanwezigheid; die heette volkomen vanzelfsprekend te zijn en diende zelfs ter verheffing van de inlandse bevolking. Maar gaandeweg komen er scheuren en breuken in deze als vanzelfsprekende blanke wereld in het gekleurde oosten. De laatste indrukwekkende reis maakt schrijver Johan Fabricius als oorlogscorrespondent door Indië in de woelige, wrede en verwarrende tijd die bekend staat als de Bersiap-periode, de tijd kort na capitulatie van Japan op 15 augustus 1945 en de daaropvolgende de Proklamasi van onafhankelijkheid.' Kester Freriks in: EAST! Down Under 19 (2015) 4, p. 44-45
'Voor een deel illustreert dit boek de gekleurde Nederlandse koloniale verbeelding van Indië waar Kester Freriks zich tegen verzet, maar met de diversiteit aan casussen biedt dit boek ook toegang tot de bredere en minder clichématige spectra van deze verbeelding.' Alicia Schrikker in: Geschiedenis Magazine (2015) 8, p. 60
'Tijdens het lezen wordt de lezer erg nieuwsgierig gemaakt naar de originele teksten van de reizigers. Het is jammer dat er nauwelijks (gedeelten van de) reisverslagen bijgevoegd zijn. Een (geselecteerd) gedeelte hiervan had wellicht mooi in een bijlage gepast. Wel is de bundel absoluut een mooi begin om de Nederlandse visies over de Oost vanuit reisverslagen te onderzoeken.' Tessa Nagel op: www.historischhuis.nl/recensiebank 03-11-2015
'De lezer maakt kennis met bekende reizigers als Aletta Jacobs, Couperus, E. du Perron en Bep Vuyk, maar ook de geschriften van onbekende reizigers, zoals die van de tienjarige Anna Abrahamsz, hebben veel te bieden.' N.J.P.M. Bos voor: NBD Biblion, 28-10-2015
'De bundel geeft een goed inzicht in de ervarings- en belevingswereld van een keur van reizigers in Nederlands-Indië. Door het vaak tamelijk theoretisch karakter van de bijdragen is deze uitgave echter voornamelijk van wetenschappelijke betekenis.' O.W. Dubois in 'Reizen in Insulinde' in: Reformatorisch Dagblad/boeken 22-09-2015, p. 11
Verder gesignaleerd in: Marinjo nr. 4 (augustus/september 2015), p. 46; Moesson 60 (2015) 3, p. 10. Tevens besproken in: Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde 171 (2015), p. 607 en G-Geschiedenis (2015) 7, p. 62.