Van 1599 tot 1795 was de Staatse Raad van Vlaanderen het gerechtshof voor het huidige Zeeuws-Vlaanderen. Het gebied bestond uit het Vrije van Sluis en de Vier Ambachten (Hulst, Axel, Asseneder en Boekhoute). De rest van Zeeland viel onder de rechtsmacht van het Hof van Holland, Zeeland en West-Friesland. Deze procesgids beschrijft in hoofdlijnen hoe men voor de Staatse Raad van Vlaanderen procedeerde in civiele zaken, zowel in eerste instantie als in appel. Na een beschrijving van samenstelling, organisatie en bevoegdheden van de Raad volgt een korte uitleg over de verschillende procedures. Deze wordt toegepast op de reconstructie van twee processen: 1. Philippus Christoffel van Hierschot, namens de erfgenamen van mr. Jacob van Cats, versus mr. Willem Canisius, rentmeester van de domeinen van de Zeeuwse graaflijkheid, over tienden in Hoofdplaat bij Breskens; 2. Jeanne Huget versus twee schepenen van Sas van Gent, curatoren van de boedel van haar echtgenoot Paulus Croiset, en Abraham Oosterman, over een verhypothekeerd huis.
'De gidsen moeten het zoeken in archieven vergemakkelijken, maar zij veronderstellen bij de lezer geen voorkennis en zijn door hun fraaie uitgave duidelijk ook gericht op een breder historisch geïnteresseerd publiek. [...] een prettig geschreven, lezenswaardig boekje.' W. Pelt in: De zeventiende eeuw 24 (2008) 1
'De Procesgidsen zijn niet alleen gericht op specialisten, maar ook op een breder geïnteresseerd publiek: ze veronderstellen geen (uitgebreide) voorkennis. Dit blijkt ook uit de indeling van deze aflevering: het boek bestaat ongeveer voor de helft uit toelichtingen op de rechterlijke organisatie in Staats-Vlaanderen en de Raad. De andere helft reconstrueert twee processen uit de achttiende eeuw.' J. Kuipers in: Zeeuws Tijdschrift 59 (2009) 1/2
Verder gesignaleerd in: Genealogie 14 (2008) 1, p. 34.