Al in 1530 waren er dopers in Utrecht en omgeving. De Utrechtse doopsgezinde gemeente ontstond in 1639 uit een fusie van Vlamingen, Friezen en Hoogduitsers. Angelique Hajenius laat zien hoe deze gemeente zich ontwikkelde van een getolereerde groepering tot een volledig geaccepteerd en gerespecteerd kerkgenootschap. Dopers in de Domstad heeft de vorm van een drieluik. Het middenpaneel is gewijd aan de gemeenteleden, de organisatie van de gemeente, de doperse beginselen, de armenzorg, het hulpwerk en de overige contacten met derden alsmede de ontwikkeling in de eerste helft van de twintigste eeuw. Dit kerndeel wordt voorafgegaan door een overzicht van de geschiedenis van de Nederlandse doopsgezinden in het algemeen en van de voorgeschiedenis van de Utrechtse gemeente (1530-1639) in het bijzonder. Het boek besluit met een blik op de ontwikkelingen tijdens en na de Tweede Wereldoorlog.
'Dopers in de Domstad geeft een scherp, gedetailleerd beeld van een godsdienstige minderheidsgroep. De auteur heeft aandacht voor de nationale context. Het boek is geïllustreerd met prenten, portretten, foto's en opvallende archivalia. [...] Dopers in de Domstad is een waardevolle bijdrage aan de regionale kerkgeschiedenis.' J.C. Karels in: Reformatorisch Dagblad, 4-6-2003
'De goed uitgegeven en geïllustreerde studie spreekt enerzijds aan door een nauwkeurig verantwoord gebruik van veel, met name ook interne doperse, bronnen en door de rijke inhoud van een groot aantal bijlagen, maar stelt anderzijds teleur door de kwalijke gevolgen van een thematische opzet en door het laten liggen van verscheidene externe bronnen.' J. Vree, in: Documentatieblad voor de Nederlandse Kerkgeschiedenis na 1800 36 (2003) 59
'Alles overziende is Hajenius er [...] zonder meer in geslaagd niet alleen voor haar eigen (doopsgezinde) achterban, maar ook voor andere belangstellenden de geschiedenis van de Utrechtse doopsgezinden bloot te leggen. De handzame inleidingen van elk hoofdstuk, een goed notenapparaat en de uitgebreide registers maken haar werk ook voor niet-professionals zeer toegankelijk. De compleetheid van het boek blijkt eveneens uit talrijke illustraties en niet minder dan 19 bijlagen die haar verhaal nog verder illustreren en onderbouwen. Het ware te wensen dat het Utrechtse voorbeeld van Hajenius ook voor de geschiedenis van de doopsgezinden in andere plaatsen navolging krijgt.' Ton Wouters, in: Tijdschrift voor Nederlandse Kerkgeschiedenis 7 (2004) 1
'De honderd pagina's tellende bijlagen met lijsten van martelaren, leden, verdeeld in preciezen en moderaten, diakenen, diaconessen, organisten, orgeltrappers, kosters, kosteressen, bedeelden, legatarissen en voorzangers, en de encyclopedie-achtige biografieën van alle leraren uit de besproken periode vormen een goede basis voor studie.' W. Pelt in BMGN 119 (2004) 2