Toegevoegd aan winkelwagen
Niet op voorraad
Het ambacht Zwammerdam
Een bijdrage tot de geschiedenis van zijn vorming en bestuur
€35,00
Niet op voorraad in de webshop
ISBN |
9789065500359 |
Auteur(s) |
W. van Tuyl
|
NUR codes |
684
,
693
|
Jaar van uitgave |
1998 |
Druk |
1 |
Reeks |
Middeleeuwse Studies en Bronnen
|
Nummer in reeks |
62 |
Bindwijze |
ing |
Aantal bladzijdes |
261 |
Het grondgebied van de gemeente Zwammerdam, die in 1964 werd opgeheven, lag in de provincie Zuid-Holland, ongeveer in het midden van de driehoek gevormd door de punten Alphen, Woerden en Gouda. Het grondgebied van Zwammerdam had een zeer eigenaardige vorm: de dorpskom lag niet centraal, maar in de uiterste noordwesthoek van de gemeente. Een ander belangrijk bebouwd deel was vergroeid met de bebouwde kom van Bodegraven en geheel daarop georiënteerd. Een derde buurtschap van Zwammerdam was gelegen bij en gericht op Reeuwijk. Het oude ambacht Zwammerdam van vóór de Franse tijd had in grote lijnen dezelfde grenzen. In dit boek wordt beschreven hoe het ambacht Zwammerdam aan zijn grenzen kwam en welke omstandigheden daarop van invloed zijn geweest. In de eerste plaats wordt gekeken naar de verkrijging en vorming van het grondgebied tot een bestuurlijke eenheid. Volgens de Utrechtse goederenlijst van omstreeks 800 bezat de Utrechtse Sint Maartenskerk tien hoeven in Suattingaburim (=later Svadeburg=Zwammerdam). De bisschoppelijke leenmannen van Utrecht, Godezo en Dirk Bavenzoon, waren de eerste lokale Zwammerdamse heren die we bij naam kennen. Nadat graaf Dirk II en zijn zonen Suattingaburim in de elfde eeuw op de Utrechtse kerk veroverden, bleef het gebied verder in Hollandse handen. Vanaf de dertiende eeuw speelde het geslacht Brederode een belangrijke rol bij bestuur, ontginning en ontwikkeling van het Zwammerdamse gebied. De ontginningen en de waterstaatkundige problemen worden uitvoerig behandeld. In de tweede plaats worden de vorm en het functioneren van het ambachtsbestuur beschreven, waarbij ook aandacht wordt geschonken aan de geslachten die eeuwenlang het ambacht in handen hebben gehad. Voor een goed begrip is ook een globale uiteenzetting over de middeleeuwse bestuurlijke organisatie in het algemeen opgenomen. Tot slot geeft Van Tuyl een beeld van de middelen van bestaan van de Zwammerdamse bevolking.
'Daarom is de verbazing en verrassing te groter als je kennis neemt van het boek. Het laat zien dat de schrijver zich op alle terreinen en voor alle perioden, die zo'n plaatselijke geschiedenis omvat, zodanig via literatuurstudie en gesprekken met deskundigen heeft ingewerkt dat er zonder meer van vakwerk mag worden gesproken. De territoriale en bestuursgeschiedenis van het ambacht en van de overkoepelende heerlijkheid Voshol wordt over de gehele linie uit de doeken gedaan. Alles is tot in de puntjes op basis van het beschikbare, omvangrijke en geschakeerde archiefmateriaal verantwoord. Alles wordt bovendien op een aansprekende wijze in het bredere tijdbeeld geplaatst en met afbeeldingen en duidelijke kaartjes nader tot de lezer gebracht. Voor de niet geschoolde lezer wordt telkens als een niet alledaags begrip ter sprake komt, zoals heerlijkheid, bede of baljuw, een beknopte omschrijving gegeven, verantwoord ontleend aan gezaghebbende schrijvers. (...) Het onderhavige voortreffelijk geschreven en uitgebrachte werk verruimt en verdiept onze kennis op het onderhavige terrein aanzienlijk. De moderne mens wordt ermee op een zeer aansprekende wijze met het middeleeuwse platteland vertrouwd gemaakt. Het is bijzonder te hopen dat dit uitstekende voorbeeld nog vele ambachtsvorsers tot monografieën zal aanzetten!' H. van der Linden in: Pro Memorie 2 (2000) 1.
Aanbevolen bij dit artikel :