Deze bundel bevat enkele interessante bijdragen over de geschiedenis van de Alkmaarse Grote of Sint Laurenskerk. De bundel is een vervolg op het eerder verschenen boek Glans en glorie van de Grote Kerk. Het interieur van de Alkmaarse Sint Laurens (ISBN 90-6550-148-7). Op basis van archeologisch en historische bronnenonderzoek beschrijft de Alkmaarse stadsarcheoloog Peter Bitter de geschiedenis van de afgebroken middeleeuwse voorganger van de Sint Laurens. In een tweede, zeer omvangrijke bijdrage behandelt Peter Bitter het graven en begraven in de kerk, waarbij hij grafvondsten in verband brengt met wat de archieven prijsgeven over het beheer van de kerk inzake begraven en begrafenissen. Hans Jacobi, conservator van Rijksmuseum Het Koninklijk Penningkabinet te Leiden, geeft een uitgebreide beschrijving van een opmerkelijke muntschat die in het noordtransept werd gevonden. Piet Verhoeven, als hoofd van de afdeling Monumentenzorg en Archeologie van de gemeente Alkmaar jarenlang betrokken bij herstel en onderhoud van de kerk, gaat in op de restauraties in de jaren negentig. De laatste bijdrage betreft het houten tongewelf met beschilderingen, waarvan delen zijn teruggevonden in het Rijksmuseum. Willem Haakma Wagenaar, gerenommeerd specialist in het restaureren van dergelijke schilderingen, licht de vondst toe.
Inhoud: P. BITTER/L. NOORDEGRAAF, Woord vooraf P. BITTER, De kerk van Alkmaar vóór 1470 P. BITTER, Begraven onder de zerken H.W. JACOBI, Een opmerkelijke muntvondst op een opmerkelijke plaats P. VERHOEVEN, De restauratie van de Grote of Sint Laurenskerk W. HAAKMA WAGENAAR, Het in 1885 verdonkeremaande gewelf uit de Sint Laurenskerk
'De Sint Laurens in de steigers is rijk geïllustreerd en alle artikelen hebben een notenapparaat en literatuurlijst. Deze bundel is niet alleen een mooie aanvulling op de geschiedenis van de stad Alkmaar, maar tevens een interessante bijdrage aan de funeraire geschiedenis van Nederland.' Edwin Maes in: Holland, jrg. 43, 2002
'Deze studie werpt niet alleen een blik op Alkmaar, zijn bevolking, zijn ziektes en sterftecijfer, maar ze is tevens uitgegroeid tot volkskundige studie met aandacht voor rituelen en mentaliteiten. We menen dat deze studie, omwille van de omvang van de archeologische opgravingen, het uitgebreide archivalisch onderzoek, en de brede belangstellingssfeer zeer uitzonderlijk is en een ijkpunt zal worden voor verder onderzoek. (...) Al bij al is het boek van Peter Bitter en Leo Noordegraaf zeer interessant (...). Het is vlot, helder en vanuit een grote deskundigheid geschreven, bijzonder verzorgd uitgegeven, uiterst gedocumenteerd, geïllustreerd met talrijke foto's, maar soms wat te uitgerafeld en beperkt in zijn thematiek, omdat het belangrijkste onderwerp (nog) niet behandeld is, met name het huidige kerkgebouw.' Dirk van de Perre in: Signum 15 (2003) 3.