In de Gouden Eeuw verschenen voor het eerst geleerden ten tonele die van de geschiedbeoefening hun vak probeerden te maken. De studie van het vaderlandse verleden was in deze tijd vooral een vrijetijdsbesteding van bestuurders, juristen, predikanten en hoogleraren. Maar de oudheidkundigen Arnoldus Buchelius in Utrecht en Petrus Scriverius in Leiden kozen voor een ambteloos leven, zodat ze al hun tijd konden besteden aan de geschiedenis. Dit boek brengt het historische ambacht van Buchelius en Scriverius in kaart: hun werk als verzamelaars en onderzoekers van bodemvondsten uit de Bataafs-Romeinse tijd, monumentaal erfgoed als kerken en kloosters, middeleeuwse archiefstukken en oude annalen en kronieken. Sandra Langereis laat zien wat het bronnenonderzoek van deze twee 'mythenjagers' heeft betekend voor de zestiende- en zeventiende-eeuwse beeldvorming over het Bataafse en middeleeuwse verleden. Door te beschrijven hoe bronnenvorsers als Buchelius en Scriverius het Utrechtse en Hollandse 'vaderlandse gevoel' van een historische dimensie voorzagen, werpt zij een nieuw licht op de politieke motivatie van geschiedbeoefening in de Gouden Eeuw.
Het is Sandra Langereis' verdienste dat ze in dit boek voor het eerst het antiquarische universum toegankelijk en begrijpelijk heeft gemaakt. We ontdekken hier de wortels van de latere cultuurgeschiedenis, in een verrassende verscheidenheid van benaderingswijzen. We zien de geleerden er als nijvere mieren aan het werk en beseffen hoe wezenlijk zulke minor scholars voor de "grote" geschiedschrijving zijn. Een prestatie van formaat.' Willem Frijhoff in: BMGN 117 (2002) 1, p. 93-95
'Met deze studie heeft Sandra Langereis bewezen dat er over onze oudere historici - en nu eens niet opnieuw Hooft en Grotius - nog heel veel te onderzoeken is. Alleen al door het kritisch lezen van hun werken, hun ongepubliceerde manuscripten en hun correspondentie zijn hier voor Buchelius en Scriverius veel nieuwe gegevens en inzichten gewonnen.' Anton van der Lem in: NAKG/DRCH 82 (2002) 1, p. 198-200
Verder gesignaleerd in: Het Nederlandse Boek 145 (2002) 4; Recensiebank historischhuis.nl, april 2002; Historisch Nieuwsblad (feb. 2002), p. 29; Spiegel Historiael 36 (2001) 10, p. 446; Holland 6 (2001) 2, p. 30; Tijdschrift voor Geschiedenis 114 (2001) 4, p. 611-613; Westerheem 50 (2001) 5, p. 223-224; Kleio 42 (2001) 4, p. 35; Cd-rom Leesidee 2000-2005