Toegevoegd aan winkelwagen
Vorst aan de grond?
De veranderende financiële functie van het vorstelijk domein in de Nederlanden (1356-1473)
€40,00
Op voorraad in de webshop
Op werkdagen voor 14.00 besteld, dezelfde dag ter post bezorgd. De levertijd is afhankelijk van de postale diensten.
ISBN |
9789464550177 |
Auteur(s) |
Jaap Ligthart
|
NUR codes |
686
,
684
|
Jaar van uitgave |
2022 |
Druk |
1 |
Reeks |
Middeleeuwse Studies en Bronnen
|
Nummer in reeks |
182 |
Bindwijze |
paperback |
Aantal bladzijdes |
416 |
In de late middeleeuwen veranderde de wijze waarop vorsten in de Nederlanden hun uitgaven financierden enorm. Voor circa 1300 waren vorsten primair afhankelijk van hun domeinen: een amalgaam van inkomsten uit landbouwgronden, molens, juridische rechten, tollen. Na ongeveer 1500 zorgen belastingen en leningen, waarbij het kapitaal van onderdanen werd aangesproken, voor de meeste inkomsten. Het belasten van de onderdanen zou bovendien gepaard zijn gegaan met een opkomst van ‘democratische’ representatieve organisaties zoals Standenvergaderingen. Hoe de omslag plaatsvond van een vorstelijke financieel huishouden gebaseerd op domeinen naar een gegrond in het vermogen van onderdanen is echter nauwelijks onderzocht. Op basis van onderzoek naar de vorstelijke financiën en politieke onderhandelingen over belastingen, in de Nederlanden tussen 1356 en 1473, laat Jaap Ligthart zien dat domeininkomsten veel langer en van veel groter belang waren dan gedacht. Zij leverden niet alleen directe inkomsten op, maar werden ook ingezet als onderpand voor leningen en renten. Deze financieringsmethoden ondergroeven echter wel de vorstelijke inkomsten en vergrootten zijn schulden, die tot wel 4.000% van de jaarlijkse inkomsten konden oplopen. De belastingen die, met moeite, werden verkregen van onderdanen waren in theorie juist bedoeld om de oorspronkelijke situatie, waarin de vorst van zijn eigen inkomsten kon leven, te herstellen. Hoewel de Standenvergaderingen toezagen op de besteding van het belastinggeld, werden deze middelen nauwelijks aan de vooraf overeengekomen doelen besteed. Dat leden van de elite zelf de grootste schuldeisers van de vorst waren, kan hiertoe hebben bijgedragen. Zij kregen grote delen van het vorstelijk domein in handen als onderpand voor leningen.
'[...] Jaap Ligthart onderzocht de roI van de overheidsflnancien in vier gewesten, Brabant, Holland, Luxemburg en Gelre, in de jaren 1356-1473. Hoe kwamen de politieke leiders aan geld? Wie waren betrokken bij deze transacties? En hoe werd het vorstelijk domein hierbij ingezet? Ligthart toont overtuigend aan dat domeinbezwaring nog altijd heel belangrijk was en dat stedelingen toen nog grotendeels buitenspel stonden. [...]' - Marjoke de Roos in Geschiedenis Magazine 2 (2023), p. 61
'[...] Een interessant boek om te gebruiken voor het vwo bij de context over steden en burgers tussen 1050 en 1700.' - Lisa Oskamp in Kleio 1, jrg. 64 (2023)
Aanbevolen bij dit artikel :