'Dat Rommes de coöperatieve wereld zelf aan het woord laat is één van de sterktepunten van dit boek. [...] Opmerkelijk is vooral dat de auteur kan aantonen hoe gezamenlijke inspanningen van de boeren en tuinders geen innovatie zijn van de tweede helft van de negentiende eeuw, maar ook in Nederland wortels hebben die teruggaan tot minstens het begin van de eeuw. Ook de invloed van gezindte op de doorbraak van het coöperatiewezen is markant. De studie van Rommes is een bouwsteen in het onderzoek naar de formatieperiode van het huidige agro-industrieel complex.' Wouter Ronsijn in: TSEG 11 (2014) 4, p. 135-137
'Ten aanzien van zijn kritiek op voorgangers met betrekking tot de wortels van coöperaties blijkt dat reeds aan het eind van de achttiende eeuw samenwerking op bescheiden schaal voorkwam. Dit geschiedde in de vorm van collectieve brandverzekeringen en bijvoorbeeld ook in het gezamenlijk kopen van een fokstier. Dat houdt in dat het idee van samen optrekken ruim honderd jaar eerder dan tot nu toe aangenomen leefde op het platteland. Dit inzicht mag een verdienste van dit onderzoek genoemd worden.' Paul Hendriks op: www.historischhuis.nl/recensiebank 03-06-2014
Tevens gesignaleerd in: De Bewaarsman (Historische Kring Hoogland), Boekbesprekingen, door Gerard Raven; Coöperatie 76 (2014) 619, p. 5.