Tussen het einde van de negentiende en de jaren zestig van de twintigste eeuw zochten tientallen vooraanstaande figuren uit het culturele en maatschappelijke leven hun heil bij de Katholieke Kerk. Onder hen schrijvers zoals Frederik van Eeden, Herman de Man en Helene Nolthenius, kunstenaars als Jan Toorop en Otto van Rees, de architecten M.J. Granpré Molière en A.J. Kropholler, politici als H.P. Marchant, Edward Brongersma en Dick de Zeeuw, voormalig feministe Cecile de Jong van Beek en Donk, en geleerden als Fr. Buytendijk en Cornelia de Vogel. Maar ook duizenden onbekende tijdgenoten bekeerden zich uit overtuiging tot het katholicisme. Bijna steeds namen deze bekeerlingen hun toevlucht tot Rome omdat ze de Kerk beschouwden als hoedster van tradities, als burcht van waarheid en zekerheid en als een baken van veiligheid temidden van de culturele, sociale en politieke veranderingen in de moderniserende samenleving. Paul Luykx beschrijft deze bekeerlingengolf voor het eerst als geheel en in de historische context.
Van vrijwel al deze mensen [tientallen figuren uit de culturele en maatschappelijke elite] heeft Luykx kunnen vaststellen dat hun bekering voortkwam uit onvrede met de moderne, snel veranderende en daardoor in hun ogen losgeslagen samenleving. [...] Samen met de jongemannen van De Gemeenschap en de Vrouwen van Van Ginneken [zie Marjet Derks, Heilig moeten] vormden de bekeerlingen het bewijs dat de katholieke kerk in de eerste helft van de twintigste eeuw heel wat minder kleurloos, eenvormig en eentonig is geweest dan vaak wordt aangenomen.' Rob Hartmans in: De Groene Amsterdammer 132 (2008) 13, p. 38-39
'Paul Luykx wil dit hiaat [publicaties op het gebied van bekeringswerk bnnen het Nederlandse katholicisme] deels opvullen maar daarnaast ook het bekeringsonderzoek een stap verder brengen. Naast de literaire figuren, die in het internationale bekeringsonderoek vaak centraal staan, besteedt de auteur in zijn bundel nadrukkelijk aandacht aan andere groepen binnen de sociaal-culturele elite, als schilders, architecten en "politiek geëngageerden" die zich tot het katholicisme hebben bekeerd. Daarnaast tracht hij een eerste aanzet te geven om de (kwantitatieve omvang van de bekeringsgolf in kaart te brengen. [...] Het grote voordeel van de [...] thematische aanpak is dat de maatschappelijke context van de betrokkenen meer op de voorgrond treedt. [...] Het laatste hoofdstuk is uitermate interessant omdat het de voorafgaande bekeringen (uit de 'elite') in een grotere context plaatst.' Joep van Gennip, 'Katholieken versus modernisteit. Drie publicaties over het Nederlandse katholicisme in de eerste helft van de 20ste eeuw'. In: Tijdschrift voor Nederlandse Kerkgeschiedenis 11 (2008) 1, p. 24-33
'Het boek biedt een interessant overzicht van een typisch maatschappelijk verschijnsel [...], waarbij steeds een goede balans wordt gevonden in de wisselwerking tussen persoonlijke overtuiging en de sociale en culturele context.' Annemarieke Blankesteijn in: Website Historisch Huis; 'Blijft staan dat Luijkx een bijzonder lezenswaardig en informatief boek heeft geschreven over een belangrijk aspect van het Nederlands katholicisme: het aanschaffen waard.' Hans de Jong in: Rkkerk.nl 6 (2008) 10
'Luykx heeft met Daar is nog poëzie, nog kleur, nog warmte weliswaar een informatief boek geschreven, maar zijn neiging om geen detail ongenoemd te laten en onderweg keer op keer interessante zijwegen in te slaan, vergroot de leesbaarheid niet.' Herman Amelink in: NRC Handelsblad 13-02-2009
'dit boek heeft veel te bieden aan nieuwe gegevens over bekeerlingen tot de katholieke kerk, maar de stelling waarvan het uitgaat laat wat mij betreft vragen open.' Ton van Schaik in: Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden 124 (2009) 1
'Paul Luykx' boek [...] is ondanks de breedte van het onderwerp een meer dan gedegen analyse geworden waarin de bekeringsverhalen van een sociaal-culturele elite voor de eerste maal uitgebreid op een macroniveau naast elkaar worden geplaatst.' Tine van Osselaer in: Trajecta 17 (2008) 3
Verder gesignaleerd in: De Waarheidsvriend 17-1-2008; Historisch Nieuwsblad 16 (2008) 10; VolZin 7 (2008) 17; Kabelkrant Piet Kaptein juni 2009.