'Zonder enige twijfel mogen we dit boek beschouwen als een mijlpaal in het Reynaertonderzoek, als een waardevolle informatiebron die ook gebruikt kan worden voor de studie van de latere Nederlandstalige Reynaertdrukken daar ze tot in de 19de eeuw geen grote onderlinge verschillen vertonen. Bijgevolg beschikken we nu ongetwijfeld over een fantastisch werkinstrument waarin Rijns als de waardige opvolger van Hellinga optreedt.' Roland Draux in: Revue belge de philologie et d'histoire 86 (2008) 2, p. 526-527
'Fantastisch werkinstrument voor iedere Reynaertvorser'. In: Bifolium (2007) 4
'Hans Rijns' Edition wird zu Recht als 'Hellinga II' bezeichnet. Es ist ein unentbehrliches Werk für jeden, der die Tradition der niederländischen Tierepik über das Mittelalter hinaus studieren will.' Amand Berteloot in: Haus der Niederlande, januari 2008
'(De lezer) krijgt bij aanschaf van de editie-Rijns een boek in handen dat niet bedoeld is om in één ruk uit te worden uitgelezen, wél om herhaaldelijk in te verdwijnen en 'verrijkt' weer uit op te duiken. Een boek dat door zijn meerstemmig karakter, eigenlijk een kleine bibliotheek ontsluit en telkens weer uitnodigt tot een andere (tekstimmanente, contextuele, comparatistische, editiewetenschappelijke) benadering. Deze editie is een grabbelton, maar dan wel één van de soort waarin alle aanbiedingen keurig zijn geordend en geïnventariseerd. Het is bovenal een boek dat uitnodigt om de Reynaert lief te krijgen. En dat is wel het allerbeste wat de bezorger ervan zich zou kunnen toewensen.' Yvan de Maesschalck in: Jaarboek Tiecelijn 21 (2008)
'Quant à la recherche, celle-ci s'est surtout concentrée d'une part sur les nombreux mss médiévaux, d'autre part sur les versions du XIXe et du XXe s., alors que la période intermédiaire a souvent été négligée. Ce livre vient y remédier par l'édition diplomatique des 7 versions de Reynaerts historie, le remaniement du Van den vos Reynaerde de la fin du moyen âge. Il est donc clair que ce livre répond ainsi à un besoin réel et rendra de nombreux services aux chercheurs renardiens et autres intéressés. En outre, par la reproduction des gravures en bois, il n'est pas seulement possible de comparer le texte, mais également les illustrations accompagnant celui-ci.' A. Smets in: Bulletin Codicologique (2008) 1
'In zekere zin kan de synoptische editie die Hans Rijns in 2007 bezorgde, beschouwd worden als een deel II. Bracht de codex quadratus van Hellinga vooral de handschriftelijke overlevering van de oudere versteksten in beeld, Rijns' codex oblongus - fraai geproduceerd door uitgeverij Verloren - bestrijkt de gedrukte Nederlandse Reynaerttraditie vanaf 1475 tot 1700. [...] Te oordelen naar enkele steekproeven (aan de hand van de gepubliceerde reproducties van tekstpagina's uit de drukken) is Rijns' synoptische editie degelijk. Toch voel ik enig ombehagen ten aanzien van de wijze van uitgegeven. Deze is strikt diplomatisch (p. xiv). Wat dat precies inhoudt, wordt niet uitgelegd, maar het gaat er mijns inziens om dat de gebruiker van de editie zich een voldoende gedetailleerd beeld moet kunnen vormen van de wijze waarop de tekst in de bronnen is overgeleverd. Dat is hier helaas niet het geval. Want hoewel alle afkortingen zijn opgelost en in cursief worden weergegeven, zijn de regeleinden zoals aangetroffen in de drukken niet gemarkeerd (in Pg en Pd) of onvoldoende gemarkeerd (per 5 regels). De oorspronkelijke afbrekingen en afbreektekens in de oude drukken zijn genegeerd. Daarmee gaat belangrijke informatie uit de bron verloren, in het bijzonder over de rol van de zetter/drukker bij de tekstconstitutie. [...] Evenmin gelukkig vind ik de keuze om de varianten van Pd niet onder de tekst van Pg te plaatsen, maar erbinnen, tussen vierkante haken en met omgekeerde functie van romein en cursief, wat de verwarring tussen nieuwe en oude typografie nog vergroot. [...] de editie van Hans Rijns betekent wel degelijk een grote stap voorwaarts. En de praktijk leert dat geen enkele editie de gang terug naar de bronnen geheel overbodig maakt.' A. Th. Bouwman. 'In margine. Over synpotisch en diplomatisch uitgeven van proza'. In: Spiegel der Letteren 53 (2001) 1, p. 81-87
‘Rijns’ arbeid verdient alleen het grootste respect en de diepste dankbaarheid van deze en de volgende generaties Reynaertonderzoekers en van iedereen die bezig is met de studie van het gedrukte boek van de vijftiende tot de achttiende eeuw. Omschrijvingen als monnikenwerk, titanenarbeid zijn hier met recht van toepassing. […] Tot slot mag gezegd worden dat het ook een bijzonder mooi boek is geworden met een voorbeeldige druk en typografie. Het fraaie bindwerk zorgt ervoor dat het op elke pagina mooi open ligt.’ Rik van Daele in: Madoc 23 (2009) 1, p. 53-55.
Verder gesignaleerd in: Reformatorisch Dagblad, 5-9-2007; The year's work in modern language studies 69 (2007) 2009.