Begin 1925 weigerde de 21-jarige Cor Inja uit Zaandam met een beroep op zijn geweten en levensovertuiging de militaire dienstplicht te vervullen. Het leverde hem acht maanden gevangenisstraf op, die hij uitzat in de Bijzondere Strafgevangenis te Scheveningen. Inja had alleen lagere school gehad en was 'stokkenjongen' bij een houtbedrijf. Maar hij was gedreven: actief betrokken bij het locale socialisme en actief binnen de Doopsgezinde Broederschap. Na de oorlog, waarin hij (geweldloos) deelnam aan het verzet, stond hij jarenlang dienstweigeraars terzijde, betaald door het Ministerie van Defensie. In de gevangenis hield hij een dagboek bij. Dit biedt niet alleen een boeiende inkijk in het penitentiaire systeem rond 1925, maar ook in het Zaanse arbeidersleven in die jaren, voetbalclub ZFC, de Blauwe week van de drankbestrijding, de veelkleurige vredesbeweging uit de naoorlogse periode, de hot items van de toenmalige politiek en tenslotte de vernieuwingsbeweging binnen de Doopsgezinde Broederschap die in die dagen juist begon. Geen cel ketent deze dromen is voorzien van een uitvoerige inleiding en vele verklarende voetnoten. Daardoor én door het grote aantal illustraties geeft deze uitgave als bron van 'binnenuit' een levendig tijdsbeeld van de jaren twintig van de vorige eeuw.
'Het boek is door de samenstellers voorzien van een uitgebreide historische inleiding. Mede door deze aanvullingen en een dertigtal illustraties geeft het boek een levendig tijdsbeeld van de jaren twintig van de vorige eeuw en vormt het een interessante bron voor de geschiedenis van de doopsgezinden en de rode Zaanstreek.' Peter Roggeveen in: Dagblad Zaanstreek, 26-11-2001
'Het boek biedt niet alleen een boeiende inkijk in de praktijk van het penitentiaire systeem van die dagen, maar getuigt vooral van zijn persoonlijke gedrevenheid om op grond van christus' voorbeeld voor deze weg te kiezen. Aan de dagboeknotities gaan inleidende hoofdstukken vooraf en noten geven nadere informatie. Het boek wordt uitgegeen als tweede deel in de reeks "manuscripta mennonitica" en zal zeker lezers met affiniteit voor het doopsgezind erfgoed weten te boeien.' Drs. R.S.E. Vissinga, in: titelinformatie NBD Biblion 28-3-2002
'Dit dagboek geeft een boeiend inzicht in de gevoels- en gedachtewereld van een idealistische jongeman, zoals er in de eerste decennia van de twintigste eeuw velen moeten zijn geweest. Het hier verwoorde idealisme mag latere generaties misschien vreemd en naïef aandoen en de orthodox-protestantse lezer zal bij tijd en wijle zeker de afstand voelen tot het socialistische milieu en het geloofsgoed van de doopsgezinde dagboekschrijver, maar het zuivere idealisme en de maatschappelijke bewogenheid maken dit boek tot een waardevol "document humain". Afzonderlijke vermelding verdient de uitvoerige en uitstekende inleiding waarin de lotgevallen en ideeën van Cor Inja in een breder historisch perspectief worden geplaatst en zo de waarde van deze uitgave nog verhogen. Voorbeeldig is eveneens de uitvoerige annotatie.' Dr. O.W. Dubois in: Reformatorisch Dagblad, 19-6-2002
'Het aandachtig lezen van dit dagboek met zijn mooie titel zet aan tot reflectie en kan bemoediging geven. Een belangrijke en hartverwarmende uitgave!' Derk Jansen in: Documentatieblad voor de Nederlandse Kerkgeschiedenis 58, juli 2003
'Zo biedt het dagboek een mooi inkijkje in de doopsgezinde mentaliteit aan de Zaan. Niet minder aardig zijn de vele herinneringen aan Zaandam: buurten, het leven in armoede, de kermis, de Vermaning, Cors voetbalvereniging ZFC, het Waterland rond Zaandam. (...) Het is door de uitgevers uitvoering en zeker wat het meniste milieu betreft deskundig ingeleid. De tekstbezorging lijkt me acribisch en dus voortreffelijk.' Bert Altena in: Tijdschrift voor Sociale en Economische Geschiedenis 1 (2004) 2.