'Schutte vertelt vele bekende zaken. Door nauwkeurige historische analyses doorbreekt hij een aantal modelmatige constructies, met name omdat die calvinisten, gereformeerden in brede zin, veel pluraler dachten en handelden dan samen te vatten valt. [...] Een boek als dit gelezen hebbend constateer je een rijk verleden, zaken die je niet terugverlangt, maar ook gedachtengoed dat niet verloren zou mogen gaan.' K. de Jong Ozn. in: Centraal Weekblad 24-8-2001
'Hierdie werk gee 'n goeie samevatting van die belangrike bijdae wat Schutte tot dusver as navorser met die besondere opdrag om hom in die gesckiedenis van die Nederlandse Protestantisme te verdiep, gelewer het en toon dat hy hom as 'n gesaghebbende figuur op hierdie terrein gevestig het. Dit lyk daarom waarskynlik dat hierdie boek in die volgende dekadees vir sowel Nederlandse as Suid-Afrikaanse historici [...] 'n rigtinggewende werk en waardevolle naslaanbron sal wees.' P. de Klerk in: Historia. Joernaal van die Historiese Genootskap van Suid-Afrika 46 (2001) 1, p. 278-281
'In al deze stukken jongleert hij meesterlijk met de realiteit van de verbeelding en de verbeelding van de realiteit. Dat levert boeiende lectuur op en, wat meer is: inspiratie om christelijke politiek te plaatsen in zijn tijd en maatschappelijke omgeving.' Hans Moors in: Kleio 42 (2001) 5
'Op een niet onverdienstelijke manier beschrijft Schutte in essayvorm de geschiedenis van de belangrijkste religieuze stroming in Nederland van de afgelopen vijfhonderd jaar. Zijn voornaamste stelling is dat er helemaal niet iets bestaat als een typisch calvinistische Nederlandse karaktertrek. Buitenlanders spraken al voorhet ontstaan van de protestantse kerk, over Nederlanders als saai en bekrompen. "Het Calvinistisch Nederland is een onhistorisch cliché uit de hedendaagse journalistensociologie" stelt Schutte.' F.J. de Graaf in: Nederlandse Staatscourant 29-3-2002
'Aan het eind van zijn bundel maakt Schutte de gereformeerde wereld zelfs los van het calvinisme. Want die wereld is nooit zo calvinistisch geweest als in de populaire voorstelling van zaken wordt voorgesteld en nooit zo invloedrijk om de Nederlandse cultuur van een doorslaggevend stempel te voorzien. [...] Zo is aan het eind van de bundel de mythe van Het calvinistische Nederland ontleed. Schutte's opstellen zijn vooral een oefening in historische precisie en in afkeer van gemakzuchtige voorstellingen. Ze zijn gevuld met een grote kennis van zaken maar ze zijn niet gesteld in de vrolijkste toonsoort. De auteur schept geen vreugde in zijn ontleding. Zodat men onwillekeurig de gedachte opvat dat de ernst van deze kritiek van de zuivere historische rede toch wel weer calvinistische trekken vertoont.' Jan Bank in: NRC Handelsblad 9-3-2001
'Al met al is het een mooie bundel geworden. [...] het is een spannende bundel waarin met besliste hand gekapt wordt in modieuze, soms "paars" aandoende vooroordelen.' P.N. Holtrop in: Nederlands Dagblad 16-3-2001
'Anders uitgedrukt: calvinsme was de tegenpool van de vooruitgang waarop de vooruitstrevende burgerij van de negentiende eeuw zich beroemde. Bondig kan dat samengevat worden in het ene woord liberalisme. Toen een halve eeuw na Kuypers dood ook vele gereformeerden afscheidn gingen nemen van hun verleden, overleefde het woord calvinisme in het taalgebruik van de culturele meerderheid als stigma, en het woord liberalisme als kwaliteitsmerk. Die namen staan betrekkelijk los van de geschiedenis, al is hun hedendaagse gebruik alleen vanuit de geschiedenis te verklaren. Die conclusie volgt logisch uit Schuttes boodschap, al maakt hij zelf de vergelijking met het liberalisme niet. Ook zonder die toevoeging is de mythe afdoende verklaard. Zij gaat niet terug op de ontstaanstijd van het calvinisme, maar is een erfenis van negentiende-eeuwse tegenstellingen. Wat de bundel meer te bieden heeft ligt in het verlengde van de hoofdstelling, zij het met een belangrijke uitweiding over de rol van het calvinisme in de koloniale samenlevingen onder Nederlands bewind. De ruimte om daar nader op in te gaan ontbreekt, maar het prikkelende woord "apartheid" zal de lezer misschien genoeg stimuleren om zelf eens naar het boek te grijpen.' A.Th. van Deursen in: de Volkskrant 30-3-2001
'Nu kan men denken dat Schutte alle "heilige huisjes" op dit terrein alleen maar afbreekt en zijn lezers verder bij het puin laat zitten. Dus niet. Hij leert ons gewoon de nuchtere werkelijkheid onder ogen te zien. En dan gaat hij in het geval van Kuyper vertellen, hoe deze grote politieke en kerkelijke leider met zijn nieuwe vorm van calvinisme aangaf, dat het hem erom te doen was dat men (weer) oog zou krijgen voor een van de centrale gedachten van Calvijn: de eer van God, de soevereiniteit van God over het hele leven.' H. Veldman in: De Reformatie 77 (2001) 7, p. 152
'The author's essays on nineteenth- and twentieth-century Calvinism, where he seems more at home than in the early modern period, are models of clarity and exposition. The article entitled "De ere Gods en de moderne staat" in particular is an illuminating explanation of the theological and ideological culture of the Anti-Revolutionary movement and its reaction against modernity, and should be required reading for all students of modern Dutch History. [...] Schutte's examination of the myths and realities of the Calvinist Netherlands, modern and early modern, makes for important and illuminating reading. He does indeed remind us of what we should "know better".' Christine Kooi in: Nederlands Archief voor Kerkgeschiedenis 82 (2002) 1, p. 204-206
Verder gesignaleerd in: TNK 5 (2002), p. 57-58; Cd-rom Leesidee 2000-2005; Radio, Piet Kaptein; Trouw 3-3-2001; Denkwijzer (dec. 2001); NBD Biblion 7-6-2001; ADW 20-11-2001; 24-11-2001; 26-1-2002; Reformatorisch Dagblad 14-2-2001.
Ook gesignaleerd in: Gulliver van Nederlands Dablad 19 juni 2020, p. 12.