Het vernieuwende ligt in de wijze waarop hij de aard van de trandsposities in de tragedie beziet. Hij zet helder uiteen hoezeer het epische model een 'episerende tragedie' van het drama heeft gemaakt (p.31), waarin de narratio een uiterst belangrijk element van het stuk vormt. [...] Prandoni's mozaïek van stemmen laat nog veel meer horen. Er is bijvoorbeeld een hoofdstuk over de spion Vosmeer dat verrassende interteksten weet te openen. Ook het optreden van Gysbreght geanalyseerd vanuit het mannelijk eerbegrip levert waardevolle interpretaties. In de zeker niet afgeronde discussie over Vondels werk zal deze studie voortaan verrijkend meeklinken.' A. Agnes Sneller in: Tijdschrift voor Nederlandse Taal en Letterkunde 124 (2008) 4
'De vruchtbare visies, de retorische hoogstandjes en het meeslepende enthousiasme maken Prandoni een zeldzaam prikkelende discussiepartner.' Feike Dietz in: Vooys. Tijdschrift voor letteren 26 (2008) 1
Verder gesignaleerd in: The year's work in modern language studies 69 (2007) 2009.