Dit boek gaat over vertrouwen, betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid, over intimiteit en privacy, over discretie en geheimhouding. Het laat zien hoe deze delicate aspecten van intermenselijk verkeer in de loop der eeuwen zijn ingezet, gerespecteerd, beschermd of geschonden door geliefden en verwanten, vrienden en collega’s, maar ook door auteurs en lezers. Henk Nellen is een van de weinige historici die het belang van vertrouwelijkheid als object van onderzoek heeft ingezien en aan de orde heeft gesteld. Hierdoor geïnspireerd schreven collega’s twintig nieuwe beschouwingen over de door Nellen aangereikte thematiek. Zij zijn samengebracht in deze bundel. In een tijdreis van het heden naar de klassieke Oudheid nemen ze de lezer mee op een cultuurhistorische verkenningstocht naar allerlei voorbeelden van confidentialiteit.
Inhoud: LEX HEERMA VAN VOSS, Voorwoord TON VAN KALMTHOUT, Over confidentialiteit. Ter inleiding JOS GABRIËLS, ‘Een taak die zonder einde is’. Een levensschets van Henk Nellen PETER BOOT, De paradoxale vertrouwelijkheid van het web. Oprechtheid en anonimiteit in Dagboek van een kindermeisje KARINA VAN DALEN-OSKAM, De sleutels van Het Bureau. Of: van kanariepiet naar plankton JAN GIELKENS, De geheime relatie van Willem Frederik Hermans en Gerard van het Reve. Over vertrouwelijkheid en het gebruik van historische bronnen HANS DE VALK, In gesprek met God. De vertrouwelijke relatie van Piet Aalberse (1871-1948) met het Opperwezen ANNEMARIE KETS, ‘Vyf jaar eenzaamheid’. Albert Verwey over de ‘zwijgperiode’ (1889-1894) tussen De Nieuwe Gids en het Tweemaandelijksch Tijdschrift HANS TRAPMAN, Twijfel aan het ambt en pijnlijke liefdeservaringen. Anton Gerard van Hamel als Waals predikant in Leeuwarden (1868-1872) JOS GABRIËLS, Een bijzonder geschenk. De gevoelens van generaal Janssens voor keizerin Joséphine (1800-1814) HUIB ZUIDERVAART, Geschonden vertrouwen. De Franse astronoom Joseph-Nicolas Delisle en zijn relatie met Nederlandse collega’s tijdens de zoektocht naar de komeet van Halley (1758-1759) TOM DENEIRE, Het familieboekje De Block (1674-1880), teruggevonden in de Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek Antwerpen CHARLES VAN DEN HEUVEL, Netwerken van vertrouwelijkheid en geheimhouding in brieven en tekeningen (zestiende en zeventiende eeuw) INEKE HUYSMAN, De grens van het betamelijke. Constantijn Huygens’ intieme relatie met Béatrix de Cusance in brieven en gedichten (1656) JAN BLOEMENDAL, Openbaarheid en beslotenheid in een zeventiende-eeuws dagboek. Johan van Heemskerck en zijn Aenteijckeninghe (1640-1655) AD LEERINTVELD, Een vertrouwelijk schrijven? Over een brief van Hugo Muys van Holy, een van Grotius’ rechters EDWIN RABBIE, De Lessus amatorius van Dominicus Baudius (1611) DIRK VAN MIERT, Vertrouwelijkheid en indiscretie in de correspondentie van Joseph Scaliger rond 1600 HARM-JAN VAN DAM, Vroege gedichten van Daniel Heinsius voor Janus Dousa MIEKSKE VAN POLL-VAN DE LISDONK, ‘Grote held’. Bonifacius Amerbach aan Erasmus, 7 oktober 1519 LUCY SCHLÜTER, Zingen tot de mirtetak. Erasmus en de bundel Brieven van Duisterlingen (1515-1517) IRENE VAN RENSWOUDE/MARIKEN TEEUWEN, Voorpublicatie, censuur en zelfcensuur in Oudheid en Middeleeuwen. Of: hoe een auteur zich kan wapenen tegen openbare kritiek en straf AAFKE VAN OPPENRAAY, Vertrouwelijkheid in de dierkundeboeken van Aristoteles STEVEN SURDÈL, Bibliografie van Henk Nellen, 1976-2014 Medewerkers Dankwoord Index
‘De tijdreis begint met de schijnbare vertrouwelijkheid van internetfora en het daardoor gevormde Dagboek van een kindermeisje (2007) en eindigt met confidentialiteit in het dierkundig werk van Aristoteles (384-322 v.Chr.). Alleen al deze afbakening geeft een idee van de rijkheid van deze bundel. Aan de hand van uiteenlopend bronnenmateriaal komt steeds naar voren hoe veranderlijk en daarom ook hoe lastig te bepalen de concepten confidentie, vertrouwelijkheid en intimiteit kunnen zijn. De onderzoekers hebben zich bediend van klassieke egodocumenten uit verscheidene eeuwen als brieven, het meest gebruikt, en ook dagboeken en memoires. Herhaaldelijk zoeken zij de spanning tussen het publieke en het private op en stellen zij zich de vraag of bronnen al dan niet het stempel “egodocument” verdienen, aangezien karakteristiek voor dit soort documenten is dat deze voor een zeer gelimiteerd lezerspubliek bestemd zijn en dus een (zeer) vertrouwelijk karakter hebben.’ Judith Brouwer in: BMGN Low Countries Historical Review 130 (2015) 3, te raadplegen op: www.bmgn-lchr.nl
'De moeilijkheid maar tegelijk ook de kracht van dit boek zit in de omvang van het historische spectrum en de veelheid aan benaderingswijzen. We lezen over verzamelaars van dieren zoals keizerin Joséphine, de zwijgperiode van Albert Verwey, de komeet van Halley, de relatie van Constantijn Huygens met Béatrix de Cusance of zelfs de door Aristoteles beschreven vriendschappen en verhoudingen tussen dieren. Ook vertrouwelijkheid is een rekbaar gebrip en intieme gevoelens zijn "cultureel bepaald en verschillen van periode tot periode" (p. 11). [...] een blot en boeiend werk [...] Henk Nellen heeft geen reden zich te vervelen tijdens zijn emeritaat.' Dorien De Man op: www.tntl.nl/boekbeoordelingen 14-03-2015
'In vriendschap en vertrouwen doet en is precies wat het aangeeft te willen doen: het geven van voorbeelden van confidentialiteit, voortbouwend op inzichten van een vertrekkende collega. Dit "Vriendenboek" biedt de lezer een inkijk in een intieme kring van collega's die afscheid nemen.' Eveline van der Hulst op: www.historischhuis.nl/recensiebank 13-02-2015
Verder besproken door O.W. Dubois in 'Persoonlijke ontboezemingen' in: Reformatorisch Dagblad 04-06-2015, p. 11. Tevens gesignaleerd in: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman 38 (2015) 1, p. 102.