Tijdelijk te koop voor slechts €5,00 (exclusief een bijdrage in de verzendkosten ten bedrage van €3,00)
Was Eijsden in de uiterste zuidwesthoek van de Nederlandse provincie Limburg een stad, een dorp of geen van beide? Dat is de vraag die centraal staat in deze rechtshistorische studie naar de ontwikkeling van Eijsden in de periode 1300-1550. Op basis van rechtsregels en rechtspraktijk, in combinatie met ruimtelijke, demografische en sociaaleconomische aspecten concludeert Hans van Hall, dat Eijsden als een stadje - een Minderstadt - kan worden beschouwd. Eijsden is exemplarisch voor tal van stadjes die in de Late Middeleeuwen door diverse landsheren zijn gesticht in het politiek fel betwiste gebied aan weerskanten van de Maas. Zo verleende de prinsbisschop van Luik privileges aan Eijsden die ontleend zijn aan het stadsrecht van Luik. Het zogenaamde Vrijheidsboek legt hiervan getuigenis af. Een tekstkritische en geannoteerde editie van het Eijsdense Vrijheidsboek is daarom als losse bijlage opgenomen in deze studie.
'De in totaal meer dan 500 pagina's van deze dissertatie waren misschien niet allemaal nodig geweest als de auteur onnodige herhalingen had weggesneden, maar de kracht van het boek ligt wel degelijk ook in de brede aanpak en inkadering. Die maakt het tot een waardevolle studie voor ieder die geïnteresseerd is in middeleeuwse stadswording, stadsrechten, terminologie en typologie.' Antheun Janse in: BMGN 128 (2013) 3, review 53
‘Met name concentreert het werk zich rond de vraag of Eijsden al dan niet een stad was op basis van voornamelijk rechtshistorische literatuur die reeds verschillende decennia geleden de toon voerde in het debat rond stadsvorming. De meerwaarde van het boek ligt dus niet zozeer in de hypothese die de auteur hierover formuleert, maar in de uitgave van het zogenaamde ‘vrijheidsboek’ van Eijsden.’ Jelle Haemers in: Tijdschrift voor Geschiedenis 125 (2012) 2, p. 263-264
‘Het zoeken naar het antwoord op zo’n schijnbaar eenvoudige vraag (“stad of dorp?”) heeft een mooi boek opgeleverd, waarin de geschiedenis van een betwist gebied aan weerszijden van de Maas in de periode 1300-1500 helder geschetst wordt. Tegelijk bevestigt Van Hall mijn stelling dat kennis van het recht en de rechtsbronnen de beste weg is om het dagelijks leven van onze verre voorouders te leren kennen. […] Wat voegt de dissertatie van Van Hall toe aan onze rechtshistorische kennis? Dat hij – met zijn microscoop op Eijsden gericht – een geweldige bijdrage aan de historische en historisch-geografische kennis van zuidelijk Limburg heeft geleverd, behoeft vanzelfsprekend geen betoog. […] De grootste waarde heeft het proefschrift dan ook doordat het inhoud heeft gegeven aan het begrip “vrijheid” – in de betekenis van een territorium met stedelijke rechten – in de tijd en de omgeving van zijn ontstaan en bloei. […] Conclusie: een mooi boek, van harte aanbevolen aan wie rechtshistorisch geïnteresseerd is of wie eens afstand wil nemen van de waan van de dag.’ Paul Brood in: Rechtsgeleerd Magazijn THEMIS173 (2012) 3, p. 138-140
‘In middeleeuwse oorkonden komt men vaak het begrip “vrijheid” (libertas) tegen. Soms is het dan de vraag of er al sprake is van een stedelijke nederzetting. Het is dan ook de verdienste van de auteur dat hij onderzoek heeft gedaan naar een zeer kleine kern met het predicaat “vrijheid”. Dat hij uitkomt op een nederzetting die meer is dan een dorp maar minder dan een stad, is interessant en daagt uit tot meer onderzoek elders.’ Aron de Vries op: www.historischhuis.nl/recensies; ‘Dit “Vrijheidsboek” is in een afzonderlijk boekje als bijlage meegegeven, tezamen met een hertaling in modern Nederlands, een werkelijk voortreffelijke manier om deze lang niet altijd gemakkelijke tekst toegankelijk te maken. Het is een unieke bron, één van de oudste in de landstaal, die zijn weerga niet heeft in de rechtsbronnen van deze streek. […] Wat bij lezing van het proefschrift vooral opvalt, is de grote deskundigheid van auteur op zowel juridisch, archivalisch als historisch gebied. Hij heeft een kleinschalig, maar veelomvattend onderzoek gedaan zonder te vervallen in lokale overdetaillering of globale vage generalisaties, en heeft daarvan verslag gedaan in een voortreffelijk geschreven en uitgegeven boek.’ Jan Hartmann in: De Maasgouw 131 (2012) 1, p. 20-21
‘Als jongetje woonde hij in Eijsden en viel hem vanuit zijn slaapkamerraam altijd op hoe dicht op elkaar de huizen in het oude Eijsdense centrum stonden. […] Hans van Hall, archivaris bij het Regionaal Historisch Centrum (RHCL) in Maastricht, dook bij zijn werkgever jarenlang diep in de Eijsdense archieven. […] Het was de prins-bisschop van Luik die zich er volgens Van Hall voor inzette dat in de regio goed controleerbare stadjes zoals Eijsden ontstonden als tegenwicht voor grotere steden. In ministadje Eijsden konden vrouwen bijvoorbeeld net als in Luik grond erven, terwijl zij op het platteland geen erfrecht hadden. Ook gold volgens Van Hall in Eijsden al vroeg een soort asielrecht om te stimulereren dat vreemdelingen zich daar zouden vestigen en het stadje zou groeien. Eijsdenaren hoefden geen belasting te betalen als ze een vreemdeling huisvestten.’ Jaco Meijer in: De Limburger 07-10-2011.