'Moed en overmoed toont wederom aan dat de grens tussen goed en fout niet zo simpel te trekken is als vaak gedacht wordt. Zoals zoveel burgemeesters in die tijd kon ook Dirk Frans Pont zich niet volledig ontrekken aan de regels van de Duitse bezetter. Daarentegen was hij geen anti-Joodse burgemeester en met behulp van zijn contacten trachtte hij diverse malen Joden te helpen. Wel valt het enige naïviteit of beter gezegd overmoed te verwijten. [...] Moed en overmoed is behalve een boeiend boek ook een leerzaam boek. Het gaat immers ook over moeilijke situaties, waarvoor geen eenvoudige oplossingen te vinden zijn en waarvan de huidige en latere generaties zich nog nauwelijks een voorstelling van kunnen maken.' http://boekbesprekingentweedewereldoorlog.wordpress.com/recensies geeft *** (drie sterren: GOED), oktober 2010
'Dirk Pont, de oorlogsburgemeester van Apeldoorn, was een bekwaam bestuurder. Maar wel één die in zijn leven onder bijzondere omstandigheden verkeerde keuzes heeft gemaakt. Zo werd hij in 1937 lid van de NSB, in 1941 streed hij in Duitse dienst aan het Oostfront. De schrijvers stellen hem direct verantwoordelijk voor het leed dat de Apeldoornse bevolking werd aangedaan. [...] Wie meent hem daarom alles in de schoenen te kunnen schuiven, doet hem echter geen recht en houdt onvoldoende rekening met de historische context waarin Pont opereerde. Als burgemeester had Pont op tal van terreinen veel minder speelruimte dan wordt verondersteld. De Roos geeft als voorbeeld de jodenvervolging, die aan bijna 600 Apeldoorners het leven heeft gekost. "Het is onjuist Pont daarvoor verantwoordelijk te stellen. Weliswaar was hij in naam hoofd van de Apeldoornse politie, maar in de praktijk was van zeggenschap van de burgemeester over de politie sinds 1943 nauwelijks meer sprake." [...] Er is volgens de schrijvers ook geen enkel bewijs dat Pont persoonlijk betrokken was bij de jacht op joden of dat hij die heeft gestimuleerd of goedgepraat. [...] Hij durfde de Duitsers tegenspel te bieden. [...] Van rehabilitatie willen de schrijvers van Moed en Overmoed niets weten. "Dat is helemaal niet aan de orde. Dat Pont, zoals hij later zie, alleen maar de belangen van de Apeldoornse bevolking had gediend, onderschrijven wij niet. maar wie hem zonder meer als "foute" burgemeester wegzet, doet hem geen recht. Dát beeld proberen wij in ons boek te corrigeren en te nuanceren."' David Levie in: De Stentor/Apeldoornsche Courant, p. 29-30
'De auteurs hopen met hun boek aan te tonen dat tussen zwart en wit nogal wat grijstinten zitten. "Pont heeft wel foute keuzes gemaakt, maar wás niet fout".' Wessel Mekking in: Haarlems Dagblad, 11-11-10
'Het is bepaald geen verdedigend boek geworden, maar zij [=Jan de Roos en Thea de Roos-van Rooden] laten zien dat niet zozeer Ponts politieke opvattingen als wel zijn karaktertrekken voor moeilijkheden zorgden. [...] Uit deze heldere en compacte biografie blijkt dat het grijze gebied tussen "goed" en "fout" in de oorlog vele varianten kent.' Hans Renders in: Parool 5 januari
'Jan en Thea de Roos hebben de levensloop van Pont in nuchtere en zakelijke stijl beschreven en zich niet laten leiden door emoties en vooroordelen. Het resultaat is een levensecht portret van een fascinerende figuur, boeiend om te lezen voor iedereen die de gedragingen van Nederlandse bestuurders tijdens de Tweede Wereldoorlog wil doorgronden. Simon Kooistra in: VNG Magazine 7-1-2011
'Aan Ponts Apeldoornse periode is terecht veel aandacht besteed (pp. 114-161). Daarmee is een lacune in de bestaande geschiedschrijving over Apeldoorn in de Tweede Wereldoorlog opgevuld.' In: Felua 25 (2010) 3-4, p. 44-45
‘De NSB-burgemeester is een mythische figuur in de geschiedenis van het Nederlandse openbare bestuur. […] Deze mensen leven voort als hongerig naar macht, incompetent en in aanleg misdadig, bovendien als vijanden van de natie en landverraders. Wie dit beeld aan de veelgelaagde historische werkelijkheid wil toetsen, kan terecht in de uitstekend onderbouwde en helder beargumenteerde biografische studie over D.F. Pont, tijdens de bezetting burgemeester van Apeldoorn.’ Peter Romijn in: Openbaar Bestuur 21 (2011) 12, p. 28
‘Het beeld dat uit de biografie van Pont oprijst, is dat van een roekeloze man die de consequenties van zijn daden niet leek te overzien. […] Het schrijversechtpaar De Roos, waarvan de vrouwelijke helft ervaring heeft als burgemeester, ontwijkt in deze biografie bekwaam de klippen van het eenzijdige goed/fout perspectief op de burgemeester in oorlogstijd. […] De auteurs lijken, gezien de inleiding van amper twee pagina’s, ook niet de ambitie te hebben hun boek in te bedden in de allerlaatste historiografische inzichten. Dat neem niet weg dat hun studie naar de bijzondere levensloop van Pont een lezenswaardige biografie heeft opgeleverd.’ Harm Kaal in: BMGN 127 (2012) 1, review 11
‘Compliment voor de auteurs is, dat zij door gedegen onderzoek en interviews met nabestaanden een genuanceerd beeld van deze burgemeester in oorlogstijd weten te schetsen.’ Paul Hendriks op: www.historischhuis.nl/recensies, 02-02-2011
Verder gesignaleerd in: Kleio 51 (2010) 7, p. 14; Binnenlands bestuur 5-11-2010, p. 39; Protestants Nederland 77 (2011) 4, p. 101; Genealogie 17 (2011) 2, p.72; Piet Kaptein op: www.kabelkrant.nl 18-11-10.